Rutger Kopland en Theo Jellema in concert.

Aanstaande vrijdag treedt Rutger Kopland samen met Theo Jellema (organist van de Martinikerk in Franeker) op in de Lutherse Kerk in Groningen.

Het muzikale programma behelst:

1. Preludium en fuga in d BWV 539
J.S. Bach (1685-1750)

1. Nun komm, der Heiden Heiland BWV 659

2. An Wasserflüssen Babylon BWV 653

Pauze

1. Vater unser im Himmelreich BWV 682

2. Allein Gott in der Höh’ sei Ehr’ BWV 664

3. Prélude, fugue et variation
   César Franck (1822 -1890)

Koplands bijdrage bestaat uit de voordracht van een aantal gedichten als intermezzi bij de orgelstukken.

Aanvang: 20.15 uur
Toegang: €7/€5 (donateurs, 65+, studenten en kinderen tot 12 jaar)

Rutger Kopland (1934) is dichter, psychiater, essayist en emeritus hoogleraar biologische psychiatrie. Kopland woonde van 1941-1946 te Bussum, van 1946-1951 te Assen waar hij het gymnasium volgde. Hij studeerde geneeskunde te Groningen (1951-1959). In deze periode schreef hij gedichten en cabaretteksten. Voor het “Algemeen Dagblad” schreef hij poëzierecensies. Ook was hij medewerker aan o.a. Tirade”, “Revisor”, “De Gids”, “Dietsche Warande & Belfort”. Enkele van zijn werken zijn: Onder het vee (1966); Het orgeltje van yesterday (1968); Alles op de fiets (1970); Wie wat vindt heeft slecht gezocht (1972); Een lege plek om te blijven (1975); Al die mooie beloften (1978); Dit uitzicht (1982); Voor het verdwijnt en daarna (1985); Dankzij de dingen (1989); Geduldig gereedschap (1993); Tot het ons loslaat (1997). Zijn poëzie werd in meer dan zeventien talen vertaald. Rutger Kopland kreeg o.a. de Jan Campertprijs 1970 en de PC Hooftprijs 1988.

Theo Jellema (1955) studeerde orgel aan het conservatorium te Groningen in de orgelklas van Wim van Beek en behaalde zijn solodiploma met onderscheiding in 1978. Naast zijn werkzaamheden als organist van de Martinikerk te Franeker en als docent hoofdvak orgel aan de conservatoria te Groningen en Zwolle/Arnhem heeft hij een uitgebreide concertpraktijk die hem voerde naar een groot aantal Europese landen en naar Japan. Verschillende “integrales” trokken de aandacht: in 1990 speelde hij alle orgelwerken van César Franck (Martinikerk Franeker), in 1999 het complete orgeloeuvre van Olivier Messiaen (Grote Kerk Leeuwarden, Martinikerk en Sint Martinuskerk Sneek) en in 2000 volgde een Bach-integrale (Grote Kerk Leeuwarden). In de zomer van 2003 wijdde hij zich aan Vierne’s Pièces de Fantaisie (Martinikerk Franeker).