Rossatron schreef: Als het gaat om zaken die gevoelig liggen (bijv. sexueel misbruik of zondagsrust) staan we met onze mond vooraan, maar zodra mensen aan de leer van de Bijbel zitten, aan hetgeen God daadwerkelijk zegt, dan kijken we wel uit. Waarom is dat?
Is dit zo? Er zijn heel wat kerkenraden die ordners vol brieven hebben vergaard als gevolg van de vele bezwaarschriften die er omtrent prediking (leer) en eredienst & liturgie geschreven worden door mensen.
Dit alles wordt zorgvuldig en vertrouwelijk behandeld. Iemand kan bezwaar hebben tegen een predikant. Dit is een gevoelig iets.
Voordat je het weet heb je of de predikant of het gemeentelid beschadigd.
Daarom moet je wel heel voorzichtig met dit soort zaken omgaan.
+0
arne bos
Niels Bolhuis schreef: Het doet me wel erg denken aan de geschiedenis rondom Assen 1926.
Geelkerken wilde meer ruimte voor exegese. Alleen hij beweerde hierbij dingen die hij niet concreet kon bewijzen vanuit de bijbel.
Hij zei wel dat hij achter art 4 en 5 NGB stond. Hij stond dus wel achter het feit dat de bijbel volledige Gods Woord was en dat alles wat daarin stond voor waar moest worden aangenomen. Waarom werd hij toch door de synode afgezet?
Ik wijs hierop omdat ik veel overeenkomsten zie. Maar zoals ik zei ik zit niet heel diep in de materie rondom wat de Bruyne gezegd heeft.
Niels, mijn waardering dat je meedoet in deze discussie. Dat je de forumdiscussie op deze site volgt.
Zarathustra schreef: Heb ik veel gemist en zou iemand mij een samenvattinkje kunnen geven van de rede van broeder doctor S. de Marie?
De inleiding heb ik inmiddels samengevat.
Niels heeft het vervolg al een beetje geschetst in een eerdere topic (zie quote hierboven).
Daarnaast werd er gerefereerd aan synode uitspraken van de CGK uit 1981 omtrent de theologie van prof. Oosterhof. De kritiek op Loonstra (ook CGK) werd gelinkt. Er is een heel duidelijk verband tussen de beweringen van deze mensen en de theologie van Geelkerken.
Het was een gemeentelid die scherp luisterde naar Geelkerken die de discussie op gang heeft gebracht. Door vol te houden heeft deze Geelkerken gedwongen een harde uitspraak te doen omtrent de vage formulering die deze in zijn preek had. Deze opvatting van Geelkerken heeft dit gemeentelid tot de synode toe aangevochten. Het resultaat: Geelkerken werd afgezet.
Of dit ook zo gaat met de Bruijne, dat zal de toekomst moeten leren. Duidelijk is wel dat er kerkleden bereid zijn om de opvattingen van drs. de Bruijne tot de bodem te onderzoeken en tot op de synode toe aan te vechten dat deze opvattingen niet juist zijn volgens de Bijbel.
(Ik weet op dit moment zelf nog niet of die link terecht gelegd wordt. Hiervoor moet ik zelf eerst nog eens wat meer in de materie zitten.)
+0
Pjotr
arne bos schreef: (Ik weet op dit moment zelf nog niet of die link terecht gelegd wordt. Hiervoor moet ik zelf eerst nog eens wat meer in de materie zitten.)
Ik denk dat de link terecht is. Geelkerken, Oosterhoff en De Bruijne hebben alledrie oog voor niet-letterlijke elementen in een tekst die voorheen geheel letterlijk werd opgevat. Geelkerken wilde ruimte laten, maar andere mensen ontnamen hem die ruimte. Oosterhoff liet ruimte en de CGK gaf hem ruimte, de GKV niet. Maar nu is de ruimte er ook meer in de GKV. Wie die ruimte wil inperken, heeft nu weinig voet meer om op te staan. Ik hoop dat men nu ook het harde oordeel over Geelkerken en Oosterhoff zal herroepen.
+0
Rossatron
arne bos schreef:
Rossatron schreef: Als het gaat om zaken die gevoelig liggen (bijv. sexueel misbruik of zondagsrust) staan we met onze mond vooraan, maar zodra mensen aan de leer van de Bijbel zitten, aan hetgeen God daadwerkelijk zegt, dan kijken we wel uit. Waarom is dat?
Is dit zo? Er zijn heel wat kerkenraden die ordners vol brieven hebben vergaard als gevolg van de vele bezwaarschriften die er omtrent prediking (leer) en eredienst & liturgie geschreven worden door mensen.
Dit alles wordt zorgvuldig en vertrouwelijk behandeld. Iemand kan bezwaar hebben tegen een predikant. Dit is een gevoelig iets.
Voordat je het weet heb je of de predikant of het gemeentelid beschadigd.
Daarom moet je wel heel voorzichtig met dit soort zaken omgaan.
Tuurlijk moet je er voorzichtig mee om gaan, maar soms vergeet men weleens dat je er niet iemand mee beschadigt, maar dat zo'n persoon al beschadigt is. Geloven in God is radicaal zijn. Als iemand iets zegt wat tegen de Bijbel in gaat, moeten we er niet eens meer over nadenken om in te grijpen, maar moeten (dat is onze plicht) we dat meteen doen. Want wat is erger; dat Gods woord wordt beschadigt of dat een mens wordt beschadigt?
Pjotr schreef: Ik denk dat de link terecht is. Geelkerken, Oosterhoff en De Bruijne hebben alledrie oog voor niet-letterlijke elementen in een tekst die voorheen geheel letterlijk werd opgevat. Geelkerken wilde ruimte laten, maar andere mensen ontnamen hem die ruimte. Oosterhoff liet ruimte en de CGK gaf hem ruimte, de GKV niet. Maar nu is de ruimte er ook meer in de GKV. Wie die ruimte wil inperken, heeft nu weinig voet meer om op te staan. Ik hoop dat men nu ook het harde oordeel over Geelkerken en Oosterhoff zal herroepen.
Volgens mij gaat het hier niet om ruimte laten, maar om vrijheid nemen. Gods woord brengt vrijheid. Toch zie ik nog overal mensen om mij heen die de geboden van God als een last zien. In de trant van: die moet je doen en anders... Maar zo zit het niet. In de wet van God zit een mooie belofte! Gij zult=je zult eens, als je in mij gelooft. Lees daarbij eens Mattheus 5, vooral vers 48. Vraagt God hier van ons dat wij volmaakt zijn, of belooft hij aan ons dat wij volmaakt zullen zijn? Gods wet is van gebod in belofte verandert. En in uitzicht daarop mogen we in de vrijheid van de wet leven. We mogen God liefhebben en onze naaste als onszelf. We mogen vrij leven van alle haat en nijd, zodat we anderen niet meer naar het leven staan. We mogen een stukje proeven van de volmaakte liefde voor elkaar, door in ons huwelijk alles over te hebben voor de partner. We mogen God als enige God in ons leven dienen, zodat we de drank en macht en geld aan de kant kunnen schuiven! Wat een heerlijk leven met God. Niet gebonden aan geboden, maar bevrijd door geboden.
+0
arne bos
Rossatron schreef: Volgens mij gaat het hier niet om ruimte laten, maar om vrijheid nemen. Gods woord brengt vrijheid. Toch zie ik nog overal mensen om mij heen die de geboden van God als een last zien.
Ik heb nog nooit iemand van de Reformanda gesproken die een ander mens geen enkele ruimte geeft. Volgens mij heb je echt een verkeerd beeld van de Reformanda. Ze beseffen net zo goed als ieder ander dat het onmogelijk is naar de wet te leven. We zijn hiervoor te zondig.
Hun uitgangspunt is de wet als richtsnoer voor ons leven. Dit kun je ook het navolgen van Christus noemen. Christus leerde ons immers de weg naar God terug te vinden. Voor alle fouten en te korten in het navolgen van Christus (of het leven volgens de wet) is Christus gestorven.
Wat is het verschil tussen jou opvatting en die van de Reformanda op dit punt? Volgens mij is het puur een kwestie hoe je iets formuleerd.
Pjotr schreef: Ik denk dat de link terecht is. Geelkerken, Oosterhoff en De Bruijne hebben alledrie oog voor niet-letterlijke elementen in een tekst die voorheen geheel letterlijk werd opgevat. ... Ik hoop dat men nu ook het harde oordeel over Geelkerken en Oosterhoff zal herroepen.
Dit is het punt van de Reformanda. Ze zijn bang voor het effect van de opvattingen van bijvoorbeeld de Bruijne.
Wat is volgens jou de link tussen Geelkerken en De Bruijne? Wat voor effect heeft dit volgens jou op de leer van de kerk?
+0
Rossatron
arne bos schreef: Volgens mij heb je echt een verkeerd beeld van de Reformanda. Hun uitgangspunt is de wet als richtsnoer voor ons leven.
Exactly my point, de wet is niet de richtsnoer van ons leven, het geloof in Jezus is dat! Vanuit de wet leven is leven volgens de regels. Vanuit het geloof leven is leven in de vrijheid die God in de wet stelt.
+0
Sammy
Welke plek heeft de wet van God voor jou?
Je plaats een tegenstelling tussen wet en geloof. Dat doet me al snel denken aan een onderscheid werken en geloof. Zoals Jacobus stelt is het niet of of. Het is beide.
De wet als concretisering van je levenstijl is waardevol iets. Het geeft richting. Het zorgt ervoor dat jij en ik ons geloof niet baseren op onze eigen gevoelens, toevallige opvlieging, onze zelfgemaakt religieus zelfgenoegen. Het geeft vastigheid. En hoe mooi is de wet niet in het herkennen van zaken die niet horen. Noem jij eens een punt uit de wet waar wij als mensen niet bij gebaat zijn?
Punt is dat christen zijn meer is dan het nalopen van de wet. Het is meer dan een rationeel accepteren van waarheden en het naarstreven. Het gaat dieper. Het is een diepere verbonden zijn aan God. Over een God die jou vast houd. Een vasthouden aan de wet staat dit niet in de weg. Bepaalde dogmatiek en smalle invulling van het geloof kan wel. Maar dit kan ook per persoon verschillen.
Ik denk dat de wet nog steeds een richtsnoer is voor ons leven. Dit kan vermoeit maken, depressief misschien zelfs als je kijkt naar het resultaat. En dan zit je op een belangrijk keerpunt. Je hebt door hoe je in elkaar zit. Op dat moment moet je autonomiteit opgeven, en naar Jezus toe gaan om te zeggen dat je het niet kunt, en dat je hem nodig hebt. Op dat moment relativeer je je zonden niet, maar waardeer je Gods liefde en genade.
De wet creeërt realisme en Jezus overwint dat realisme.
Angst de Marie voor effect de Bruyne:
Ik denk dat het negatief effect kan hebben. Maar het niet toestaan netzo goed. Immers, als je niet meer de bijbel kunt geloven zonder metaforische mogelijkheden, kun je zo het geloof behouden. Kortom, dit mes snijd aan beide zijden. Dus je moet naar mijn mening naar de bewering en argumentatie an sich kijken en het effect buiten beschouwing laten.
+0
Rossatron
LTW schreef: Welke plek heeft de wet van God voor jou?
Je plaats een tegenstelling tussen wet en geloof. Dat doet me al snel denken aan een onderscheid werken en geloof. Zoals Jacobus stelt is het niet of of. Het is beide.
Ik plaats geen tegenstelling tussen wet en geloof. De wet is belangrijk, de wet cijfer ik niet weg. De wet van God heeft een belangrijke plaats in mijn leven. Maar niet omdat ik uit de wet leef. Ik leef uit geloof, en zoals Jacobus ook stelt, een ieder die uit geloof leeft zal werken doen. Dat is per definitie zo. Als je veel van iemand houdt, hoeft die ander niet bij je aan te dringen om het te tonen, dat kost geen moeite, dat gaat vanzelf. En natuurlijk zijn er dan bepaalde 'regels', maar die heb jij niet nodig, jij bent far beyond that point! Je wilt meer doen dan alleen de regels naleven, uit dankbaarheid en liefde.
Zo is het ook met het geloof. Als je beweert te geloven en vervolgens vrolijk doorgaat met je leven, dan ben je ongeloofwaardig bezig. Maar als je echt gelooft, dan zul je dat laten zien, dan kun je dat wel van de daken schreeuwen.
Jacobus schreef: Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood.
En iets wat dood is, bestaat toch niet meer? Geloof zonder werken is onmogelijk, werken zijn een uiting van geloof, zonder moeite en met alle plezier. Zelfs bijna zonder nadenken, je wilt het graag!!
+0
Pjotr
arne bos schreef:
Rossatron schreef:
Pjotr schreef: Ik denk dat de link terecht is. Geelkerken, Oosterhoff en De Bruijne hebben alledrie oog voor niet-letterlijke elementen in een tekst die voorheen geheel letterlijk werd opgevat. ... Ik hoop dat men nu ook het harde oordeel over Geelkerken en Oosterhoff zal herroepen.
Dit is het punt van de Reformanda. Ze zijn bang voor het effect van de opvattingen van bijvoorbeeld de Bruijne.
Wat is volgens jou de link tussen Geelkerken en De Bruijne? Wat voor effect heeft dit volgens jou op de leer van de kerk?
Drs. De Bruijne stelt dat allerlei menselijke factoren zoals volkstradities, mythologisch materiaal en onvolkomen geschiedenisbronnen de tekst van Gods Woord meebepalen. Je moet Bijbelteksten toch vooral binnen hun eigentijdse context te lezen en daarnaast meerdere schriftpassages metaforisch – overdrachtelijk- te lezen. Ook in historische schriftgedeelten kunnen overdrachtelijke oftewel symbolische zaken zijn ingeweven. Bijbelgedeelten als Gen. 1, 2 en 3 zouden beter als literaire tekst, dus als verhalen, gelezen kunnen worden. De in deze verhalen verwoorde feitelijkheid kan zich dan in werkelijkheid beslist anders voltrokken hebben. Wat door bijbelschrijvers gezegd wordt, is volgens deze benadering dus lang niet altijd letterlijk zo gebeurd.
Aan Geelkerken werd de eis gesteld de uitspraak van de Synode, dat de beide bomen, de slang en haar spreken naar de klaarblijkelijke bedoeling van het bijbels verhaal zintuigelijk waarneembare werkelijkheden waren, met zijn handtekening te bevestigen. Wie achter deze uitspraak een vraagteken plaatste zoals Geelkerken deed, werd beschouwd als iemand, die aan het gezag van het bijbels getuigenis ongehoorzaam was en de wetenschap boven het kinderlijk geloof stelde. Geelkerken wilde dus ook een niet-letterlijke interpretatie openhouden.
Niet letterlijke interpretatie is de link tussen Geelkerken en De Bruijne. Het effect is, dat je niet meer duidelijke uitspraken kunt doen over wat precies de juiste interpretatie is. Je zult moeten leren leven met verschillende interpretaties die naast elkaar bestaan. Dit roept de vraag op, wat ons in de kerk verenigt. Dan moeten we naar het Hoofd van de Kerk. Christus komt dan meer in het middelpunt. Het effect zal zijn, dat het in de kerk meer zal gaan om de betekenis van het geloof voor de wereld en minder over mooie dogmatieken, die willen voorschrijven hoe de wereld eruit ziet, zonder ooit de wereld gezien te hebben.
+0
arne bos
Er zijn twee manieren om de Bijbel te benaderen. De heils-historische en de manier van de Bruijne. Van een aantal mensen hoor ik, dat ze graag een predikant horen die enthousiast achter het woord van God staat, die niet alleen verteld hoe het tweeduizend jaar geleden letterlijk gebeurt is maar ook een duidelijk boodschap heeft hoe we vandaag de dag als christenen in het leven staan.
Zijn er veel mensen die moeite hebben met de ouderwetse manier van preken?
+0
Pjotr
arne bos schreef: Er zijn twee manieren om de Bijbel te benaderen. De heils-historische en de manier van de Bruijne.
Wat bedoel je met heilshistorisch? Heilshistorisch wordt toch altijd gebruikt in onderscheid van exemplarisch? Ik denk dat je De Bruijnes manier beter kunt afzetten tegen letterlijk-historisch. Want met De Bruijnes manier kun je prima heilshistorisch preken. De Bruijne ontkent de feiten niet, hij geeft alleen aan dat de weergave van die feiten wel eens anders kan zijn dan de manier van de westerse geschiedschrijving. In een Westers geschiedenisboek zul je nooit tegen komen: "en God zei:..." De weergave is dus sowieso al anders. Door de weergave waarin God voorkomt worden onze ogen geopend voor een werkelijkheid die groter is dan wat letterlijk-historisch waarneembaar is.
+0
Rossatron
arne bos schreef: Zijn er veel mensen die moeite hebben met de ouderwetse manier van preken?
]
Preken is niet een verhaal vertellen over hoe het vroeger was, geen geschiedenisles, zoals ik afgelopen zondagmiddag mocht meemaken. Heel interessant, maar ik denk niet dat dat hetgene is dat God mij duidelijk wil maken in Zijn Woord. Hij wil mij vertellen hoe ik als mens voor Hem moet leven en hoe groot Zijn Liefde voor de mensen is.
+0
arne bos
pjotr schreef: Want met De Bruijnes manier kun je prima heilshistorisch preken.
Dan begrijp ik niet waarom er zo enorm veel ophef over is. Mensen die heilshistorische prediking hoog in het vaandel hebben zouden volgens jou blij moeten zijn met de Bruijne.
pjotr schreef: Door de weergave waarin God voorkomt worden onze ogen geopend voor een werkelijkheid die groter is dan wat letterlijk-historisch waarneembaar is.
Je geeft eigenlijk aan dat de Bijbelse geschiedenis voor een mens moeilijk te begrijpen is.
Het is iets wat niet altijd te vatten is in dogma’s en historische verhalen gebaseerd op feiten, zoals wij onze geschiedenis verhalen kennen.
rossatron schreef: Preken is niet een verhaal vertellen over hoe het vroeger was, geen geschiedenisles, zoals ik afgelopen zondagmiddag mocht meemaken. Heel interessant, maar ik denk niet dat dat hetgene is dat God mij duidelijk wil maken in Zijn Woord.
Kun je niet leren uit de geschiedenis? Zijn er geen parallellen in de geschiedenis van de Bijbel met onze tijd? Het is moeilijk om van een gebeurtenis 2000 jaar geleden een actuele boodschap te maken. Toch is de Bijbel een boek met een dergelijke boodschap. Nog steeds actueel.
Als richtsnoer en als heilshistorie.
Of in eigen woorden:
Je kunt uit de Bijbel leren de levensstijl van het koninkrijk in je eigen leven toe te passen.
De geschiedenis van mensen die je hierin zijn voorgegaan is in de Bijbel opgetekend.
De belangrijkste boodschap is echter dat je door Christus vrijgekocht bent van je zonden.
Dat je Christus aan moet nemen om weer tot God te komen.
+0
Pjotr
arne bos schreef:
pjotr schreef: Want met De Bruijnes manier kun je prima heilshistorisch preken.
Dan begrijp ik niet waarom er zo enorm veel ophef over is. Mensen die heilshistorische prediking hoog in het vaandel hebben zouden volgens jou blij moeten zijn met de Bruijne.
Heilshistorisch is dat je God aan het werk ziet in de geschiedenis. Dat God doorwerkt, eerst naar Christus en nu naar het einde. Exemplarisch is dat elk bijbelverhaal een voorbeeld is voor de gelovige. De Bijbeltekst bevat niet-waarneembare elementen van de wereklijkheid. Als de Bijbel spreekt over God, dan is dat niet normale geschiedschrijving want niemand heeft ooit God gezien. In die zin gaat een letterlijk-historische lezing al mank: je kunt je niet alles letterlijk voorstellen zoals de Bijbel het beschrijft. Zo is het ook met metaforische elementen in de tekst: ze geven iets weer dat je niet letterlijk-historisch kunt weergeven. Als Genesis het heeft over de slang, dan is het duidelijk dat de duivel betrokken is bij de val van de mens. Ik vat die slang niet letterlijk op, maar metaforisch, zoals ie ook in Openbaringen voorkomt ("de draak, de oude slang"). Maar Genesis geeft wel de heisgeschiedenis. De mens is gevallen, maar God belooft dat het niet het einde is van de mens. Het slangenzaad zal vermorzeld worden. Moeten we alle adders in onze natuurgebieden uitroeien, omdat je de tekst ook letterlijk moet nemen? Lijkt me niet, de slang is de metafoor. Waarom de slang en niet een ander beest? Daar kun je de hele oosterse context ook nog bijhalen als je wil. Maar ook zonder die contekst is het lijkt mij wel vrij duidelijk. Ik denk dat we blij moeten zijn met de inspanningen om de mensen in hun eigen taal en cultuur te bereiken. Jezus kwam naar ons toe, laten we zo naar onze naaste toegaan.
pjotr schreef: Door de weergave waarin God voorkomt worden onze ogen geopend voor een werkelijkheid die groter is dan wat letterlijk-historisch waarneembaar is.
Je geeft eigenlijk aan dat de Bijbelse geschiedenis voor een mens moeilijk te begrijpen is.
Het is iets wat niet altijd te vatten is in dogma’s en historische verhalen gebaseerd op feiten, zoals wij onze geschiedenis verhalen kennen.
Door de Bijbel gaan we juist begrijpen wat er in de geschiedenis gaande is. Dat we niet in een circeltje ronddraaien, dat de geschiedenis zich niet eindeloos herhaalt, dat ons lijden en onze inspanningen niet vergeefs zijn. Juist het letterlijk nemen van bepaalde Bijbelse elementen maakt het ingewikkeld. Bijvoorbeeld de wonderen in het OT. Als we ze zo letterlijk nemen als ze er staan, moeten we wel concluderen dat God nu zo niet meer werkt. Want objectief kunnen we vaststellen dat zulke wonderen niet meer gebeuren. De wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts zouden we met de sateliet kunnen waarnemen e.d. Maar als we ons niet vastpinnen op een letterlijk-historisch karakter van wonderen, dan kunnen we ook vandaag wonderen meemaken en wonderverhalen van andere mensen aannemen. Dan zien we dat God aan het werk is, ook al komt het niet in de geschiedenisboekjes. Het letterlijk-historische komt uit de Verlichting, en de mensen die op die manier geloven mogen dat van mij doen, maar laten ze mij hun schema niet opleggen. De geschiedenis gaat verder en het idee van de objectief bepaalbare werkelijkheid spreekt mij niet aan.
+0
Geertsma
Ik vraag me af of het terecht is De Bruijne op één lijn met Geelkerken te plaatsen. Hij doet dat zelf in ieder geval niet.
Volgens mij (n.a.v. een artikeltje van hem dat ik even vluchtig heb doorgelezen) gaat De Bruijne in principe wel uit van een werkelijke beschrijving van de tekst, alleen laat hij de mogelijkheid open dat er metaforische elementen in zitten. Dat moet dan wel uit de Bijbel zelf blijken (evt. in vergelijking met andere geschriften uit die tijd). Dus niet omdraaien: het is vast niet zo gebeurd, dus zal wel metaforisch bedoeld zijn. Volgens mij ging Geelkerken meer die kant op.
In pricipe is het dus gewoon De Bruijnes bedoeling te kijken hoe een Bijbegedeelte daadwerkelijk bedoeld is en ik kan me niet voorstellen wat daar mis mee is. Sterker nog: de uitleg van de Bijbel baseren op hoe wij graag zouden willen dat hij geschreven is (wat ik bij Refromanda een beetje proef) lijkt me eerder in de richting van bijbelmisbruik gaan dan wat De Bruijne doet.
+0
Pjotr
Geertsma schreef: Ik vraag me af of het terecht is De Bruijne op één lijn met Geelkerken te plaatsen. Hij doet dat zelf in ieder geval niet.
Volgens mij (n.a.v. een artikeltje van hem dat ik even vluchtig heb doorgelezen) gaat De Bruijne in principe wel uit van een werkelijke beschrijving van de tekst, alleen laat hij de mogelijkheid open dat er metaforische elementen in zitten.
Geelkerken wilde ook die mogelijkheid openlaten
Dat moet dan wel uit de Bijbel zelf blijken (evt. in vergelijking met andere geschriften uit die tijd). Dus niet omdraaien: het is vast niet zo gebeurd, dus zal wel metaforisch bedoeld zijn. Volgens mij ging Geelkerken meer die kant op.
Geelkerken is gedwongen om er een duidelijke uitspraak over te doen. Het alternatief dat hem werd gesteld door de synode was dat er geen enkele andere mogelijkheid was dan dat alle elementen in de tekst zintuiglijk-waarneembare waarheden waren. Als de Bruijne in zo'n vraagstelling gedwongen zou worden, zou hij in de zelfde situatie als Geelkerken verkeren.
+0
arne bos
Pjotr schreef: Geelkerken is gedwongen om er een duidelijke uitspraak over te doen.
Het ging toch om een preek over Genesis.
Deze kwestie is dus aangekaart bij de kerkenraad van Geelkerken, de classis, de particuliere synode voordat het uiteindelijk op de synode terecht kwam.
Waarom is dit zo hard gespeeld? Door wie? Ik krijg de indruk van je topic, dat Geelkerken zich niet heeft kunnen verdedingen?
+0
Perikles
Pjotr schreef:
Geertsma schreef: Ik vraag me af of het terecht is De Bruijne op één lijn met Geelkerken te plaatsen. Hij doet dat zelf in ieder geval niet.
Volgens mij (n.a.v. een artikeltje van hem dat ik even vluchtig heb doorgelezen) gaat De Bruijne in principe wel uit van een werkelijke beschrijving van de tekst, alleen laat hij de mogelijkheid open dat er metaforische elementen in zitten.
Geelkerken wilde ook die mogelijkheid openlaten
Geelkerken sprak over de mogelijkheid om 1-11 (o.i.d) open te laten. De Bruijne heeft het over Gen 6.
+0
Pjotr
arne bos schreef:
Pjotr schreef: Geelkerken is gedwongen om er een duidelijke uitspraak over te doen.
Het ging toch om een preek over Genesis.
Deze kwestie is dus aangekaart bij de kerkenraad van Geelkerken, de classis, de particuliere synode voordat het uiteindelijk op de synode terecht kwam.
klopt
Waarom is dit zo hard gespeeld? Door wie? Ik krijg de indruk van je topic, dat Geelkerken zich niet heeft kunnen verdedigen?
Een gemeentelid heeft zich vastgebeten op een passage in de preek.
Er speelden allemaal belangen, men wilde bijvoorbeeld schriftkritiek de kerk uit hebben, ook al nam men het met het kerkrecht dan niet zo nauw. Maar daar weet ik niet zoveel van, wel meer van hoe de discussie liep.
+0
Pjotr
Bron: Jaarbundel GSV 1995/1996:
Uit het rapport van de exegetisch dogmatische commissie van de synode van Assen 1926. Geelkerken blijkt formeel Genesis 1-3 te erkennen als absoluut gezaghebbende goddelijke openbaring. Het rapport citeert Geelkerken: ‘Ik stem ten volle in met wat onze kerken belijden in art. 4 en 5 onzer Geloofsbelijdenis aangaande de Heilige Schrift, en rekent mitsdien ook Gen. 1, 2 en 3, naar inhoud en vorm, in alles te behooren tot “al de Schrift, … van God ingegeven” (2 Tim. 3:16).’ De commissie schrijft dan ook: ‘De gerezen moeilijkheden hebben betrekking op de formeele erkenning van het betrokken Schriftgedeelte als deel der geïnspireerde en dus met Goddelijk gezag bekleede Heilige Schrift, maar op den inhoud ervan.’
Geelkerken neemt in de volgende zaken een traditioneel standpunt in:
De zondeval beschouwt hij als een historisch feit;
Het proefgebod ziet hij als speciaal gebod dat God de mens gegeven heeft;
het paradijs is volgens hem een op een bepaalde geografische plaats gelegen hof; bij ‘hof’moet aan zintuiglijk waarneembare bomen gedacht worden.
Waar Geelkerken op aangevallen werd, is dat hij ruimte wilde laten voor een figuurlijke uitleg van sommige elementen in Gen. 2 en 3, zoals de boom der kennis van goed en kwaad (waaraan de commissie toevoegt dat ook de inhoud van het proefgebod hiermee ten nauwste samenhangt), de boom des levens en de slang en haar spreken. Geelkerken sluit een letterlijke uitleg van deze elementen voor zichzelf niet uit, maar ziet de beslissing over de juiste uitleg als een exegetische zaak. Zelf heeft hij geen exegese van Gen. 2 en 3; zijn reserves tegenover een letterlijke uitleg van bepaalde elementen komt voort uit nieuwe kennis van de oud-oosterse wereld. De commissie citeert van Geelkerken: ‘De nieuwe kennis van de Oud-Oostersche wereld heeft met de vraag: realiteit of niet, niets te maken; dit is een vraag van geloof. Maar wel is daardoor de vraag aan de orde, of wij er zijn, wanneer we al die bekendmakingen zonder onderscheid verstaan in een zin, waarbij wij geen rekening houden met wat de kennis der Oud-Oostersche wereld ons leert.’
De commissie neemt over de opvattingen van Geelkerken de volgende standpunten in.
Allereerst verwijt de commissie Geelkerken lichtvaardigheid. Als ambtsdrager heeft hij in het publiek (in een preek) de letterlijke uitleg van Gen. 2 en 3 ter discussie gesteld, maar zelf heeft hij geen eigen exegese van deze hoofdstukken. Pas dan zou namelijk kunnen blijken of een andere exegese gegeven kan worden die niet neerkomt op een ontkenning van zaken die in de Schrift duidelijk worden geleerd.
Vervolgens gaat men in op de vraag of het standpunt van Geelkerken in overeenstemming is te brengen met het ook door hem beleden gezag der Heilige Schrift. Volgens de commissie is dat niet het geval, omdat hij in twijfel trekt wat door de Bijbel duidelijk wordt geleerd. Ze redeneert als volgt:
Er is geen grond in de tekst zelf om sommige elementen wel letterlijk te nemen, zoals het bestaan van de hof, en andere elementen niet, zoals de boom der kennis van goed en kwaad. Door zijn opvatting zou Geelkerken de deur openen voor allerlei willekeurige “uitlegging” der Schrift.
Een willekeurige exegese is een aantasting van het gezag van de Schrift.
De synode heeft Geelkerken lichtvaardigheid verweten, maar daarnaast ook een exegetische uitspraak gedaan (vrijheid van exegese ingeperkt):
De synode sprak uit: “a dat de boom der kennis des goeds en des kwaads, de slang en haar spreken, en de boom des levens naar de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal van Genesis 2 en 3 in eigenlijke of letterlijke zin zijn op te vatten, en dus zintuiglijk waarneembare werkelijkheden waren; en b dat derhalve de meening van dr Geelkerken, als zou men disputabel kunnen stellen, of deze zaken en feiten zintuiglijk waarneembare werkelijkheden waren, zonder met het in art. 4 en 5 der Nederlandsche Geloofsbelijdenis beleden gezag der Heilige Schrift in strijd te komen, moet worden afgewezen.
Is dit zo? Er zijn heel wat kerkenraden die ordners vol brieven hebben vergaard als gevolg van de vele bezwaarschriften die er omtrent prediking (leer) en eredienst & liturgie geschreven worden door mensen.
Dit alles wordt zorgvuldig en vertrouwelijk behandeld. Iemand kan bezwaar hebben tegen een predikant. Dit is een gevoelig iets.
Voordat je het weet heb je of de predikant of het gemeentelid beschadigd.
Daarom moet je wel heel voorzichtig met dit soort zaken omgaan.
Niels, mijn waardering dat je meedoet in deze discussie. Dat je de forumdiscussie op deze site volgt.
De inleiding heb ik inmiddels samengevat.
Niels heeft het vervolg al een beetje geschetst in een eerdere topic (zie quote hierboven).
Daarnaast werd er gerefereerd aan synode uitspraken van de CGK uit 1981 omtrent de theologie van prof. Oosterhof. De kritiek op Loonstra (ook CGK) werd gelinkt. Er is een heel duidelijk verband tussen de beweringen van deze mensen en de theologie van Geelkerken.
Het was een gemeentelid die scherp luisterde naar Geelkerken die de discussie op gang heeft gebracht. Door vol te houden heeft deze Geelkerken gedwongen een harde uitspraak te doen omtrent de vage formulering die deze in zijn preek had. Deze opvatting van Geelkerken heeft dit gemeentelid tot de synode toe aangevochten. Het resultaat: Geelkerken werd afgezet.
Of dit ook zo gaat met de Bruijne, dat zal de toekomst moeten leren. Duidelijk is wel dat er kerkleden bereid zijn om de opvattingen van drs. de Bruijne tot de bodem te onderzoeken en tot op de synode toe aan te vechten dat deze opvattingen niet juist zijn volgens de Bijbel.
(Ik weet op dit moment zelf nog niet of die link terecht gelegd wordt. Hiervoor moet ik zelf eerst nog eens wat meer in de materie zitten.)
Tuurlijk moet je er voorzichtig mee om gaan, maar soms vergeet men weleens dat je er niet iemand mee beschadigt, maar dat zo'n persoon al beschadigt is. Geloven in God is radicaal zijn. Als iemand iets zegt wat tegen de Bijbel in gaat, moeten we er niet eens meer over nadenken om in te grijpen, maar moeten (dat is onze plicht) we dat meteen doen. Want wat is erger; dat Gods woord wordt beschadigt of dat een mens wordt beschadigt?
Volgens mij gaat het hier niet om ruimte laten, maar om vrijheid nemen. Gods woord brengt vrijheid. Toch zie ik nog overal mensen om mij heen die de geboden van God als een last zien. In de trant van: die moet je doen en anders... Maar zo zit het niet. In de wet van God zit een mooie belofte! Gij zult=je zult eens, als je in mij gelooft. Lees daarbij eens Mattheus 5, vooral vers 48. Vraagt God hier van ons dat wij volmaakt zijn, of belooft hij aan ons dat wij volmaakt zullen zijn? Gods wet is van gebod in belofte verandert. En in uitzicht daarop mogen we in de vrijheid van de wet leven. We mogen God liefhebben en onze naaste als onszelf. We mogen vrij leven van alle haat en nijd, zodat we anderen niet meer naar het leven staan. We mogen een stukje proeven van de volmaakte liefde voor elkaar, door in ons huwelijk alles over te hebben voor de partner. We mogen God als enige God in ons leven dienen, zodat we de drank en macht en geld aan de kant kunnen schuiven! Wat een heerlijk leven met God. Niet gebonden aan geboden, maar bevrijd door geboden.
Ik heb nog nooit iemand van de Reformanda gesproken die een ander mens geen enkele ruimte geeft. Volgens mij heb je echt een verkeerd beeld van de Reformanda. Ze beseffen net zo goed als ieder ander dat het onmogelijk is naar de wet te leven. We zijn hiervoor te zondig.
Hun uitgangspunt is de wet als richtsnoer voor ons leven. Dit kun je ook het navolgen van Christus noemen. Christus leerde ons immers de weg naar God terug te vinden. Voor alle fouten en te korten in het navolgen van Christus (of het leven volgens de wet) is Christus gestorven.
Wat is het verschil tussen jou opvatting en die van de Reformanda op dit punt? Volgens mij is het puur een kwestie hoe je iets formuleerd.
Dit is het punt van de Reformanda. Ze zijn bang voor het effect van de opvattingen van bijvoorbeeld de Bruijne. Wat is volgens jou de link tussen Geelkerken en De Bruijne? Wat voor effect heeft dit volgens jou op de leer van de kerk?Exactly my point, de wet is niet de richtsnoer van ons leven, het geloof in Jezus is dat! Vanuit de wet leven is leven volgens de regels. Vanuit het geloof leven is leven in de vrijheid die God in de wet stelt.
Welke plek heeft de wet van God voor jou?
Je plaats een tegenstelling tussen wet en geloof. Dat doet me al snel denken aan een onderscheid werken en geloof. Zoals Jacobus stelt is het niet of of. Het is beide.
De wet als concretisering van je levenstijl is waardevol iets. Het geeft richting. Het zorgt ervoor dat jij en ik ons geloof niet baseren op onze eigen gevoelens, toevallige opvlieging, onze zelfgemaakt religieus zelfgenoegen. Het geeft vastigheid. En hoe mooi is de wet niet in het herkennen van zaken die niet horen. Noem jij eens een punt uit de wet waar wij als mensen niet bij gebaat zijn?
Punt is dat christen zijn meer is dan het nalopen van de wet. Het is meer dan een rationeel accepteren van waarheden en het naarstreven. Het gaat dieper. Het is een diepere verbonden zijn aan God. Over een God die jou vast houd. Een vasthouden aan de wet staat dit niet in de weg. Bepaalde dogmatiek en smalle invulling van het geloof kan wel. Maar dit kan ook per persoon verschillen.
Ik denk dat de wet nog steeds een richtsnoer is voor ons leven. Dit kan vermoeit maken, depressief misschien zelfs als je kijkt naar het resultaat. En dan zit je op een belangrijk keerpunt. Je hebt door hoe je in elkaar zit. Op dat moment moet je autonomiteit opgeven, en naar Jezus toe gaan om te zeggen dat je het niet kunt, en dat je hem nodig hebt. Op dat moment relativeer je je zonden niet, maar waardeer je Gods liefde en genade.
De wet creeërt realisme en Jezus overwint dat realisme.
Angst de Marie voor effect de Bruyne:
Ik denk dat het negatief effect kan hebben. Maar het niet toestaan netzo goed. Immers, als je niet meer de bijbel kunt geloven zonder metaforische mogelijkheden, kun je zo het geloof behouden. Kortom, dit mes snijd aan beide zijden. Dus je moet naar mijn mening naar de bewering en argumentatie an sich kijken en het effect buiten beschouwing laten.
Ik plaats geen tegenstelling tussen wet en geloof. De wet is belangrijk, de wet cijfer ik niet weg. De wet van God heeft een belangrijke plaats in mijn leven. Maar niet omdat ik uit de wet leef. Ik leef uit geloof, en zoals Jacobus ook stelt, een ieder die uit geloof leeft zal werken doen. Dat is per definitie zo. Als je veel van iemand houdt, hoeft die ander niet bij je aan te dringen om het te tonen, dat kost geen moeite, dat gaat vanzelf. En natuurlijk zijn er dan bepaalde 'regels', maar die heb jij niet nodig, jij bent far beyond that point! Je wilt meer doen dan alleen de regels naleven, uit dankbaarheid en liefde.
Zo is het ook met het geloof. Als je beweert te geloven en vervolgens vrolijk doorgaat met je leven, dan ben je ongeloofwaardig bezig. Maar als je echt gelooft, dan zul je dat laten zien, dan kun je dat wel van de daken schreeuwen.
En iets wat dood is, bestaat toch niet meer? Geloof zonder werken is onmogelijk, werken zijn een uiting van geloof, zonder moeite en met alle plezier. Zelfs bijna zonder nadenken, je wilt het graag!!Drs. De Bruijne stelt dat allerlei menselijke factoren zoals volkstradities, mythologisch materiaal en onvolkomen geschiedenisbronnen de tekst van Gods Woord meebepalen. Je moet Bijbelteksten toch vooral binnen hun eigentijdse context te lezen en daarnaast meerdere schriftpassages metaforisch – overdrachtelijk- te lezen. Ook in historische schriftgedeelten kunnen overdrachtelijke oftewel symbolische zaken zijn ingeweven. Bijbelgedeelten als Gen. 1, 2 en 3 zouden beter als literaire tekst, dus als verhalen, gelezen kunnen worden. De in deze verhalen verwoorde feitelijkheid kan zich dan in werkelijkheid beslist anders voltrokken hebben. Wat door bijbelschrijvers gezegd wordt, is volgens deze benadering dus lang niet altijd letterlijk zo gebeurd.
Aan Geelkerken werd de eis gesteld de uitspraak van de Synode, dat de beide bomen, de slang en haar spreken naar de klaarblijkelijke bedoeling van het bijbels verhaal zintuigelijk waarneembare werkelijkheden waren, met zijn handtekening te bevestigen. Wie achter deze uitspraak een vraagteken plaatste zoals Geelkerken deed, werd beschouwd als iemand, die aan het gezag van het bijbels getuigenis ongehoorzaam was en de wetenschap boven het kinderlijk geloof stelde. Geelkerken wilde dus ook een niet-letterlijke interpretatie openhouden.
Niet letterlijke interpretatie is de link tussen Geelkerken en De Bruijne. Het effect is, dat je niet meer duidelijke uitspraken kunt doen over wat precies de juiste interpretatie is. Je zult moeten leren leven met verschillende interpretaties die naast elkaar bestaan. Dit roept de vraag op, wat ons in de kerk verenigt. Dan moeten we naar het Hoofd van de Kerk. Christus komt dan meer in het middelpunt. Het effect zal zijn, dat het in de kerk meer zal gaan om de betekenis van het geloof voor de wereld en minder over mooie dogmatieken, die willen voorschrijven hoe de wereld eruit ziet, zonder ooit de wereld gezien te hebben.
Er zijn twee manieren om de Bijbel te benaderen. De heils-historische en de manier van de Bruijne. Van een aantal mensen hoor ik, dat ze graag een predikant horen die enthousiast achter het woord van God staat, die niet alleen verteld hoe het tweeduizend jaar geleden letterlijk gebeurt is maar ook een duidelijk boodschap heeft hoe we vandaag de dag als christenen in het leven staan.
Zijn er veel mensen die moeite hebben met de ouderwetse manier van preken?
Dan begrijp ik niet waarom er zo enorm veel ophef over is. Mensen die heilshistorische prediking hoog in het vaandel hebben zouden volgens jou blij moeten zijn met de Bruijne.
Je geeft eigenlijk aan dat de Bijbelse geschiedenis voor een mens moeilijk te begrijpen is.
Het is iets wat niet altijd te vatten is in dogma’s en historische verhalen gebaseerd op feiten, zoals wij onze geschiedenis verhalen kennen.
Kun je niet leren uit de geschiedenis? Zijn er geen parallellen in de geschiedenis van de Bijbel met onze tijd? Het is moeilijk om van een gebeurtenis 2000 jaar geleden een actuele boodschap te maken. Toch is de Bijbel een boek met een dergelijke boodschap. Nog steeds actueel.
Als richtsnoer en als heilshistorie.
Of in eigen woorden:
Je kunt uit de Bijbel leren de levensstijl van het koninkrijk in je eigen leven toe te passen.
De geschiedenis van mensen die je hierin zijn voorgegaan is in de Bijbel opgetekend.
De belangrijkste boodschap is echter dat je door Christus vrijgekocht bent van je zonden.
Dat je Christus aan moet nemen om weer tot God te komen.
Heilshistorisch is dat je God aan het werk ziet in de geschiedenis. Dat God doorwerkt, eerst naar Christus en nu naar het einde. Exemplarisch is dat elk bijbelverhaal een voorbeeld is voor de gelovige. De Bijbeltekst bevat niet-waarneembare elementen van de wereklijkheid. Als de Bijbel spreekt over God, dan is dat niet normale geschiedschrijving want niemand heeft ooit God gezien. In die zin gaat een letterlijk-historische lezing al mank: je kunt je niet alles letterlijk voorstellen zoals de Bijbel het beschrijft. Zo is het ook met metaforische elementen in de tekst: ze geven iets weer dat je niet letterlijk-historisch kunt weergeven. Als Genesis het heeft over de slang, dan is het duidelijk dat de duivel betrokken is bij de val van de mens. Ik vat die slang niet letterlijk op, maar metaforisch, zoals ie ook in Openbaringen voorkomt ("de draak, de oude slang"). Maar Genesis geeft wel de heisgeschiedenis. De mens is gevallen, maar God belooft dat het niet het einde is van de mens. Het slangenzaad zal vermorzeld worden. Moeten we alle adders in onze natuurgebieden uitroeien, omdat je de tekst ook letterlijk moet nemen? Lijkt me niet, de slang is de metafoor. Waarom de slang en niet een ander beest? Daar kun je de hele oosterse context ook nog bijhalen als je wil. Maar ook zonder die contekst is het lijkt mij wel vrij duidelijk. Ik denk dat we blij moeten zijn met de inspanningen om de mensen in hun eigen taal en cultuur te bereiken. Jezus kwam naar ons toe, laten we zo naar onze naaste toegaan.
Door de Bijbel gaan we juist begrijpen wat er in de geschiedenis gaande is. Dat we niet in een circeltje ronddraaien, dat de geschiedenis zich niet eindeloos herhaalt, dat ons lijden en onze inspanningen niet vergeefs zijn. Juist het letterlijk nemen van bepaalde Bijbelse elementen maakt het ingewikkeld. Bijvoorbeeld de wonderen in het OT. Als we ze zo letterlijk nemen als ze er staan, moeten we wel concluderen dat God nu zo niet meer werkt. Want objectief kunnen we vaststellen dat zulke wonderen niet meer gebeuren. De wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts zouden we met de sateliet kunnen waarnemen e.d. Maar als we ons niet vastpinnen op een letterlijk-historisch karakter van wonderen, dan kunnen we ook vandaag wonderen meemaken en wonderverhalen van andere mensen aannemen. Dan zien we dat God aan het werk is, ook al komt het niet in de geschiedenisboekjes. Het letterlijk-historische komt uit de Verlichting, en de mensen die op die manier geloven mogen dat van mij doen, maar laten ze mij hun schema niet opleggen. De geschiedenis gaat verder en het idee van de objectief bepaalbare werkelijkheid spreekt mij niet aan.Ik vraag me af of het terecht is De Bruijne op één lijn met Geelkerken te plaatsen. Hij doet dat zelf in ieder geval niet.
Volgens mij (n.a.v. een artikeltje van hem dat ik even vluchtig heb doorgelezen) gaat De Bruijne in principe wel uit van een werkelijke beschrijving van de tekst, alleen laat hij de mogelijkheid open dat er metaforische elementen in zitten. Dat moet dan wel uit de Bijbel zelf blijken (evt. in vergelijking met andere geschriften uit die tijd). Dus niet omdraaien: het is vast niet zo gebeurd, dus zal wel metaforisch bedoeld zijn. Volgens mij ging Geelkerken meer die kant op.
In pricipe is het dus gewoon De Bruijnes bedoeling te kijken hoe een Bijbegedeelte daadwerkelijk bedoeld is en ik kan me niet voorstellen wat daar mis mee is. Sterker nog: de uitleg van de Bijbel baseren op hoe wij graag zouden willen dat hij geschreven is (wat ik bij Refromanda een beetje proef) lijkt me eerder in de richting van bijbelmisbruik gaan dan wat De Bruijne doet.
Geelkerken sprak over de mogelijkheid om 1-11 (o.i.d) open te laten. De Bruijne heeft het over Gen 6.
Een gemeentelid heeft zich vastgebeten op een passage in de preek.
Er speelden allemaal belangen, men wilde bijvoorbeeld schriftkritiek de kerk uit hebben, ook al nam men het met het kerkrecht dan niet zo nauw. Maar daar weet ik niet zoveel van, wel meer van hoe de discussie liep.
Bron: Jaarbundel GSV 1995/1996:
Uit het rapport van de exegetisch dogmatische commissie van de synode van Assen 1926. Geelkerken blijkt formeel Genesis 1-3 te erkennen als absoluut gezaghebbende goddelijke openbaring. Het rapport citeert Geelkerken: ‘Ik stem ten volle in met wat onze kerken belijden in art. 4 en 5 onzer Geloofsbelijdenis aangaande de Heilige Schrift, en rekent mitsdien ook Gen. 1, 2 en 3, naar inhoud en vorm, in alles te behooren tot “al de Schrift, … van God ingegeven” (2 Tim. 3:16).’ De commissie schrijft dan ook: ‘De gerezen moeilijkheden hebben betrekking op de formeele erkenning van het betrokken Schriftgedeelte als deel der geïnspireerde en dus met Goddelijk gezag bekleede Heilige Schrift, maar op den inhoud ervan.’
Geelkerken neemt in de volgende zaken een traditioneel standpunt in:
Waar Geelkerken op aangevallen werd, is dat hij ruimte wilde laten voor een figuurlijke uitleg van sommige elementen in Gen. 2 en 3, zoals de boom der kennis van goed en kwaad (waaraan de commissie toevoegt dat ook de inhoud van het proefgebod hiermee ten nauwste samenhangt), de boom des levens en de slang en haar spreken. Geelkerken sluit een letterlijke uitleg van deze elementen voor zichzelf niet uit, maar ziet de beslissing over de juiste uitleg als een exegetische zaak. Zelf heeft hij geen exegese van Gen. 2 en 3; zijn reserves tegenover een letterlijke uitleg van bepaalde elementen komt voort uit nieuwe kennis van de oud-oosterse wereld. De commissie citeert van Geelkerken: ‘De nieuwe kennis van de Oud-Oostersche wereld heeft met de vraag: realiteit of niet, niets te maken; dit is een vraag van geloof. Maar wel is daardoor de vraag aan de orde, of wij er zijn, wanneer we al die bekendmakingen zonder onderscheid verstaan in een zin, waarbij wij geen rekening houden met wat de kennis der Oud-Oostersche wereld ons leert.’
De commissie neemt over de opvattingen van Geelkerken de volgende standpunten in.
Allereerst verwijt de commissie Geelkerken lichtvaardigheid. Als ambtsdrager heeft hij in het publiek (in een preek) de letterlijke uitleg van Gen. 2 en 3 ter discussie gesteld, maar zelf heeft hij geen eigen exegese van deze hoofdstukken. Pas dan zou namelijk kunnen blijken of een andere exegese gegeven kan worden die niet neerkomt op een ontkenning van zaken die in de Schrift duidelijk worden geleerd.
Vervolgens gaat men in op de vraag of het standpunt van Geelkerken in overeenstemming is te brengen met het ook door hem beleden gezag der Heilige Schrift. Volgens de commissie is dat niet het geval, omdat hij in twijfel trekt wat door de Bijbel duidelijk wordt geleerd. Ze redeneert als volgt:
De synode heeft Geelkerken lichtvaardigheid verweten, maar daarnaast ook een exegetische uitspraak gedaan (vrijheid van exegese ingeperkt):
De synode sprak uit: “a dat de boom der kennis des goeds en des kwaads, de slang en haar spreken, en de boom des levens naar de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal van Genesis 2 en 3 in eigenlijke of letterlijke zin zijn op te vatten, en dus zintuiglijk waarneembare werkelijkheden waren; en b dat derhalve de meening van dr Geelkerken, als zou men disputabel kunnen stellen, of deze zaken en feiten zintuiglijk waarneembare werkelijkheden waren, zonder met het in art. 4 en 5 der Nederlandsche Geloofsbelijdenis beleden gezag der Heilige Schrift in strijd te komen, moet worden afgewezen.