Enkele vragen bij het familieportret

Enkele vragen bij het familieportret

Beste Govert Buijs,

de inhoud van uw artikel in het Nederlands Dagblad van afgelopen zaterdag kwam me bekend voor. Op het PaasCongres van krap twee jaar geleden kwam u ook al met een soortgelijk verhaal aanzetten hoewel ik mij de term 'creative minorities' alleen herinner van uw betoog op de EO-dag van november waar ik dankzij James Kennedy ook aanwezig was.
De probleemstelling is bekend. Hoe moeten orthodoxe christenen (of evangelicalen) zich staande houden in een seculariserende wereld en hun boodschap uitdragen? Vele congressen zijn hierover belegd (o.a. die van de EO en in zekere zin misschien ook die van PaCo 2003) en opiniepagina's worden over dit onderwerp volgeschreven. Hoewel ik hier ook een helemaal over zou willen zeggen doe ik dat maar niet omdat ik er eigenlijk nog geen goed uitgewerkte mening over heb.

Waar ik echter wel een beetje bang voor ben is dat het debat verzandt in 'meta-historische' bespiegelingen (u haalde in uw artikel ergens Toynbee aan, vandaar) die nergens op gegrond zijn, misschien op mooie speculaties maar niet op feiten. Volgens mij is uw voorstelling dat er een nieuwe generatie christenen komt die onbevangen op een nieuwe manier de blijde boodschap gaat vertellen een beetje te rooskleurig (ik herken mijzelf hier ook niet in maar dat is een ander punt). Is het eigenlijk niet zo dat u hoopt dat dit het geval is in plaats van dat dit daadwerkelijk het geval is? Een beetje op z'n evangelisch graag God aan het werk willen zien terwijl het gewoon een projectie is van je verlangens?
Cors Visser schreef een heel aardig stukje in de laatste Beweging over de EO-dag (zonder trouwens het beesje bij de naam te noemen) en kritiseerde daarin het spreken van de 'elite' over hun achterban zonder de daadwerkelijke cijfers en feiten te weten. Volgens mij heeft hij helemaal gelijk. Misschien moeten we eerst wat kritischer naar onszelf kijken en dan pas met grote conclusies komen.

Hopelijk heb ik hier een beetje opbouwende kritiek gegeven waar u wat aan heeft. Maar het kan ook zijn dat ik toch ietwat te sceptisch ben. Graag hoor ik wat van u.

Vriendelijke groeten,

Ewout Klei