Manifest
Inleiding
BROEDERS EN ZUSTERS VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN,
Ondergetekenden richten zich tot u, leden van de kerken waartoe wij als predikanten mogen behoren. Wij doen dat in een situatie van toenemende verwarring binnen ons kerkverband. Verschillen in overtuiging en praktijk rond de vraag hoe we vandaag gereformeerde kerken hebben te zijn, worden steeds groter. Wij doen dat ook op een moment dat heel wat broeders en zusters met de kerken dreigen te breken of al gebroken hebben.
Met het oog op deze zorgelijke situatie willen we een indringende oproep doen. Wij, ondergetekenden, constateerden in gesprekken met elkaar dat wij in veel opzichten gelijk bleken te denken over oorzaken van de huidige situatie. Ook groeide bij ons de gezamenlijke overtuiging dat we ons daarover niet stil mogen houden. Daarom is deze website www.gereformeerdblijven.nl geopend. De achtergrond en strekking van wat we daarop hopen te publiceren, willen we in het onderstaande samenvattend beschrijven. Het is dus de bedoeling onze kritiek, die wij hieronder globaal aanduiden, de komende tijd te preciseren.
Verontrusting
De laatste jaren wordt op verschillende manieren verontrusting beleefd en uitgesproken over bepaalde ontwikkelingen in onze Gereformeerde Kerken. Deze ontwikkelingen raken een aantal grote thema’s als Schriftgezag, prediking, het vierde gebod, kerk en kerkregering, liturgie en kerkelijke eenheid. Veel van die verontrusting is tot op heden beschouwend, analyserend en appellerend geuit in artikelen en studiebijeenkomsten. Diverse zorgpunten zijn ook verwoord in bezwaren en revisieverzoeken, gericht aan kerkelijke vergaderingen. Op veel van de aangedragen kritiek is officieel antwoord gegeven of is voor het antwoord hulp gezocht bij studie-deputaatschappen. Toch houden veel kerkleden het gevoel, dat discussies inhoudelijk niet echt zijn opgepakt of niet verantwoord zijn afgerond en dat bezwaren onvoldoende zijn gewogen. Achter een aantal zorgpunten gaat volgens hen een veranderd denken schuil dat zich concretiseert in verschillende opzichten zonder de principiële achtergronden te verantwoorden.
We denken hierbij aan de gegroeide en groeiende verschillen over heel wezenlijke geloofsinhouden.
Schriftgezag en Schriftgebruik
Het allermeest baart ons zorgen dat het Schriftgezag onder druk staat. Het is naar onze overtuiging ook de achtergrond van heel wat andere problemen.
Wat wij voorheen als het onopgeefbaar naspreken van de Schriften hebben beschouwd, neergelegd in de artikelen 2 tot en met 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, blijkt tegenwoordig vragen te geven. Vragen die haast ongemerkt in de richting drijven van leringen die eerder met kracht als dwaalleer werden aangemerkt. Alsof de geschiedenis vandaag geschreven wordt, worden kwesties in de publiciteit gebracht. Daarbij blijft meestal de confrontatie met wat daar eerder over werd geschreven achterwege.
Te denken valt aan het kritisch afstand nemen van wat de kerken over Genesis 2 en 3 uitgesproken hebben in de zaak Geelkerken in 1926. Ook het ‘letterlijk’ nemen van wat Genesis 1 vertelt over de schepping wordt van vraagtekens voorzien in publicaties en preken. Het zijn punten waar we tot voor enige jaren de Christelijke Gereformeerde Kerken kritisch op meenden te moeten bevragen (Oosterhoff, Loonstra). Nu wordt daar afstand van genomen. Het niet als geschiedenis aanvaarden wat de bijbel vertelt over Jona, over Job, David en Goliath etc. wordt als wettige uitlegmogelijkheden publiek overwogen en gepraktiseerd. Zowel in het rapport over huwelijk en echtscheiding als in het rapport van de Nederlands Gereformeerde Kerken over de vrouw in het ambt komt een manier van omgaan met de Schrift naar voren, die onder ons aan invloed wint, maar een breuk betekent met het gereformeerde verleden. De tijd en omstandigheden waarin wij nu leven gaan in toenemende mate een beslissende rol spelen in wat men van de Schrift nog als blijvend geldig wil aanvaarden.
Tenslotte noteren we hier de manier waarop gezangen en delen van liturgische orde worden aanvaard. Het geeft ons zorg dat schriftuurlijk beargumenteerde bezwaren tegen bepaalde liederen lang niet altijd inhoudelijke beantwoording van de synode ontvingen. De keuze in dit soort zaken wordt nogal eens eerder gevoelsmatig dan schriftuurlijk onderbouwd en verantwoord.
Sacramenten
Daarnaast valt ook het belijden en vieren van de heilige sacramenten te noemen. Dat kinderen naar goed gereformeerd belijden behóren gedoopt te zijn, blijkt bij een toenemend aantal kerkleden ter discussie te staan. Ook het feit dat de avondmaalsviering het feest van de kérk is, staat ter discussie. Uitgaande van het recht van individuele personen worden er pleidooien gevoerd voor een meer open avondmaal. Het is ook al de praktijk in verschillende gemeenten. Door classes wordt het in haar midden gedoogd.
Wat we samen als kerken beleden en gepraktiseerd hebben wordt soms zomaar losgelaten zonder verdere uitleg. Zelfs met ongegronde spijtbetuigingen over het verleden er bij.
Beleving
We wijzen op het toenemend eenzijdig accentueren van de persoonlijke geloofsovertuiging. De eigen gevoelsbeleving lijkt over leer en leven te gaan beslissen. Dat gaat gepaard met een opvallende toenadering naar dopers (evangelisch) denken en leven. Veel roepen om hernieuwde aandacht voor het werk van de Heilige Geest komt voort uit dergelijke wortels, die vreemd zijn aan de gereformeerde confessie.
Het uit zich onder andere in een verlangen naar ‘meer van de Geest’ op de manier van de pinksterbeweging.
Werd ‘de oecumene van het hart’ (in feite de oude idee van de onzichtbare kerk) in onze kerken voorheen van niet mis te verstane kritiek en waarschuwing voorzien, het wordt nu veelal gepraktiseerd en gepromoot. De individualistische geloofsbeleving uit zich ook in heel wat evangelisatieacties en vormen van samenwerking daarbij die zich om de roeping tot kerkvergadering niet bekommeren.
Een onbekommerd gebruik van de Alphacursus bevordert de argeloze overgave aan evangelisch en charismatisch denken dat de Schrift tekort doet.
Wanneer daartegen bedenkingen geuit worden, dreigt een gemakkelijke etikettering, waarbij het verleden als ‘te star’ en ‘te vrijgemaakt’ wordt getypeerd.
Er wordt tegenwoordig soms leiding gegeven in een richting waartegen vroeger werd gewaarschuwd. En dat zonder deugdelijke verantwoording. Is het verwonderlijk dat dit verwarring sticht bij veel broeders en zusters?
Kerkverband
We wijzen verder op de radicale koerswijziging die de kerken ten aanzien van het kerkverband en de kerkorde ingezet lijken te hebben. De sterke nadruk op de zelfstandigheid van de plaatselijke kerk leidt tot een uiteengroeien van elkaar in het kerkverband, zowel geestelijk als organisatorisch. We zien de steeds verdergaande faciliterende houding van de Generale Synodes in zaken van liturgische aard als een duidelijk voorbeeld van deze ontwikkeling. Hierover wordt over het algemeen positief gesproken. Het wordt gezien als een dankbaar afscheid van een ‘koekoek één zang’–verleden dat het resultaat was van wat wordt genoemd een centralistisch synodaal besturen.
Dat de nieuwe wijze van denken en uitvoeren gevaarlijk dicht in de buurt van independentisme kan brengen, wordt bewust verzwegen. We typeren dat als ‘bewust’ omdat op publiek gestelde vragen in dezen tot op de dag van vandaag geen antwoord is gekomen. De kerken groeien intussen in de praktijk wel steeds meer uit elkaar.
Broeders en zusters, maar ook kerkenraden en gemeenten, die voorheen schouder aan schouder stonden, herkennen elkaar steeds minder in de praktijk van het kerkelijk leven. Zo komen broeders en zusters binnen gemeenten of binnen het kerkverband tegenover elkaar te staan. En ook kerkenraden. Wat in de ene gemeente, in prediking, catechese en kerkenraadsbeleid, als heilzaam wordt voorgestaan, wordt in een andere gemeente van een ernstige waarschuwing voorzien en tegengegaan. Zo wordt binnen ons ene kerkverband momenteel tegen elkaar in gepreekt én gebeden! Er is soms nauwelijks meer een aanspreken van elkaar of een serieus discussiëren, omdat allerlei zaken als een al lang gepasseerd station worden gezien en de trein intussen maar in één richting voortsnelt.
De geschiedenis
Vervolgens (om op deze plaats niet meer te noemen) denken we aan de negatieve wijze waarop de geschiedenis vanaf de Vrijmaking wordt geschilderd en als kerkistisch en beschamend wordt getypeerd. Rigoureus worden zaken bekritiseerd zoals de houding ten opzichte van andere kerkgenootschappen als ook de opbouw van allerlei gemeenschappelijke organisaties die vanuit de kerk en vanuit de liefde voor die kerk en haar belijdenis tot stand kwamen. Te denken is bijvoorbeeld aan het gereformeerd onderwijs.
We stellen niet dat je geen kritiek op het verleden zou mogen hebben. Zonder alles in dat verleden te willen sanctioneren verklaren we wel vrijmoedig dankbaar te zijn voor veel wat is opgebouwd op een duidelijk confessionele grondslag.
Het belijden over de kerk
In de wijze waarop dat verleden nu regelmatig wordt afgeschreven speelt op de achtergrond veelal een visie op de kerk die afstand neemt van het belijden van de kerk in de artikelen 27 tot en met 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Er wordt een ontwikkeling bevorderd die het kerkbesef en de kerkelijke roeping naar art. 28 en 29 sterk uitholt. Een gereformeerde grondslag moet zomaar plaatsmaken voor een vage evangelische basis bij allerlei kerkelijke activiteiten. Interkerkelijke dwarsverbindingen wennen het denken en doen aan het vervagen van kerkgrenzen. Particuliere stichtingen van jeugdkerken schieten als paddestoelen uit de grond en shoppen (tot ver over de door de belijdenis aangegeven kerkgrenzen) en het perforeren van kerkgrenzen worden een normaal verschijnsel gevonden.
Bij dit alles (en er valt meer te noemen) wordt veelal geen verantwoording gevraagd of gegeven. Veel ontwikkelingen worden sluipenderwijs geaccepteerd en gepraktiseerd. Met het gevaar dat het verweer tegen allerlei dwalingen en tegen ongehoorzaamheid aan de kerkelijke roeping wegsterft en stilzwijgend afscheid wordt genomen van leer en leven vanuit de gereformeerde confessie.
De noodzaak van een keuze
Ook verschillenden van de ondertekenaars hebben de laatste jaren in persarbeid en/of in de gangbare kerkelijke weg bovengenoemde zorgen aangekaart.
Het is onze indruk dat er met de herhaalde oproepen en kritische notities nauwelijks iets of zelfs niets is gedaan. Onze zorg over ontwikkelingen is gevolgd door zorg over inmiddels ontwikkelde, gepubliceerde en gepraktiseerde overtuigingen en beschouwingen die naar ons idee de rand van wat nog echt gereformeerd te noemen is bedenkelijk dicht naderen.
De hier boven aangeduide ontwikkelingen leiden volgens ons tot een koers binnen onze kerken die zich meer en meer vervreemdt van de Schrift, de gereformeerde confessie en de gereformeerde kerkregering.
Wij, ondergetekenden, zijn gegroeid naar de overtuiging dat, willen onze kerken ook in de toekomst echt gereformeerde kerken zijn en blijven, het gesprek over deze zaken serieus gevoerd zal moeten worden. Ook dat de standpunten (met de achterliggende ideeën!) helder moeten worden uiteengezet. En vooral ook dat een duidelijk afwijzende keus moet worden gemaakt met betrekking tot overtuigingen die zich niet verdragen met het onderwijs van de Heilige Schrift zoals de kerken daarvan belijdenis doen. Daarbij is het onmisbaar dat het kerkelijk samenleven gekenmerkt zal zijn door loyaliteit ten aanzien van de gemaakte kerkrechtelijke afspraken.
Als predikanten binnen onze kerken achten we het daarom tijd niet langer puur beschouwend te schrijven, of alleen maar om het voortgaand gesprek in de pers te vragen. Het lijkt ons gezien de hierboven gesignaleerde situatie hoog tijd om op een aantal punten aan te tonen waar naar ons oordeel het evangelie van de Heilige Schrift, de gereformeerde belijdenis of de aangenomen kerkorde in geding is of dreigt te komen.
Roeping
Broeders en zusters, voor de genoemde zaken vragen wij uw intense aandacht. We roepen u op in deze tijd waakzaam en trouw te zijn als het gaat om het bewaren en uitdragen van het Woord dat ons als evangelie is toevertrouwd. Met onze gereformeerde belijdenis hebben wij als kerkleden ons daartoe verplicht.
Ondergetekenden willen u met hun bijdrage daarin ten dienste staan. Niet omdat we met onze bezwaren tegen genoemde ontwikkelingen de kerkelijke weg niet willen gaan. We achten het onze roeping en kerkelijke plicht om die weg te gaan waar en zo lang dat mogelijk is. Wij roepen ook anderen graag daartoe op.
Daarnaast zien wij als predikanten de roeping en de taak om de kerken, waar we met hart en ziel aan verbonden zijn, te waarschuwen wanneer we daartoe redenen zien. We hebben daarom met elkaar gemeend een digitaal platform te moeten stichten. Van daaruit willen we de ernstige zorg met betrekking tot de koers van/binnen onze kerken kenbaar maken.
In alle verwarring achten we ons geroepen op deze manier de kerkleden naar ons vermogen voorlichting te geven over die ontwikkelingen die met ons gemeenschappelijk gereformeerd belijden te maken hebben. Dat willen we doen door de komende tijd artikelen te laten verschijnen over de zaken die we hierboven hebben aangestipt. U kunt de artikelen vinden via deze website www.gereformeerdblijven.nl.
We doen dat met schroom. We doen dat ook met verdriet, omdat de wijze van theologiseren en discussiëren in onze kerken ons op dit moment dringt tot het stellen van scherpe vragen over de trouw en de binding aan Schrift en belijdenis. We doen het tenslotte in biddend hopen, dat terugkeer van verschillende ingeslagen wegen zal plaatsvinden.
Ons gebed is dat deze publicaties mogen bijdragen aan de bewaring en vermeerdering van Gods kerk.
A. Bas
H.W. van Egmond
H.G. Gunnink
E. Heres
E. Hoogendoorn
P.L. Storm
H.Sj. Wiersma
R. van der Wolf
Bron: www.gereformeerblijven.nl/manifest.html
Graag uw mening hierover!!
Zou ik mogen vragen hoe jij aan dit manifest komt (ongetwijfeld van internet, maar hoe ben je hierop geattendeerd)? Het verbaasd mij namelijk wederom dat de 'gewone' kerkmensen hiermee geconfronteerd worden. Dat gebeurde in 2003, enige tijd voor de welbekende scheuring. Dat gebeurt nu weer. En dat terwijl de ondertekenaars zelf zeggen: (ik citeer)Wij, ondergetekenden, zijn gegroeid naar de overtuiging dat, willen onze kerken ook in de toekomst echt gereformeerde kerken zijn en blijven, het gesprek over deze zaken serieus gevoerd zal moeten worden. Ook dat de standpunten (met de achterliggende ideeën!) helder moeten worden uiteengezet. En vooral ook dat een duidelijk afwijzende keus moet worden gemaakt met betrekking tot overtuigingen die zich niet verdragen met het onderwijs van de Heilige Schrift zoals de kerken daarvan belijdenis doen. (einde citaat). Goede, serieuze en duidelijke discussies dienen mijns inziens niet in woonkamers beslecht te worden, maar op een vergadering van de kerk, waar mensen bij aanwezig zijn die een en ander goed kunnen onderbouwen.
Ik ben van mening dat wij inderdaad in een roerige tijd zitten, wat kerk-zijn betreft. Willen we stand houden in de huidige maatschappij, willen we zowel intern als extern laten zien dat wij van God houden, dan moeten we met duidelijke taal komen. En dat vraagt discussie. Dat vraagt bewustwording. Dat vraagt om termen als gemeenteopbouw en persoonlijk geloof. Omdat men radicaliteit van ons vraagt. Omdat men graag wil zien dat wij ergens voor staan, en dat doen we toch?
Het doet mij altijd weer pijn om te zien hoe mensen met elkaar omgaan. Mensen met verschillende meningen, die God graag willen dienen en Jezus willen volgen. Het plaatsen van dergelijke manifesten schokkeert me. Het is mijns inziens niet de wijze waarop de bijbel ons leert met elkaar en met elkaars tekortkomingen om te gaan. Ik bid voor de kerk en voor alle kerkmensen om wijsheid (Jacobus 1:5).
PS: ik heb hierover overigens ook een reactie verzonden naar de auteurs van het manifest.
Ik ben nog bezig om dit rustig door te lezen. Ik wist hier vanochtend al vanaf toen ik op het gkv-forum keek. Zie ook
Kan dit niet beter naar Religie en Wetenschap?
Even kort: ik zou toch wat voorzichtiger zijn in de beoordeling dat er van de Schrift zou worden afgeweken. Veel van bovengenoemde zaken wijken idd af van de gereformeerde traditie van een aantal jaren geleden. Ook meningen zijn (hier en daar) veranderd. De stap naar afwijken van de Heilige Schrift wordt alleen van daaruit wel erg makkelijk gemaakt. Men zou er ook eens over kunnen discussiëren of de Bijbelvisie van m.n. de jaren '50-'80 wel de juiste is. Volgens mij is de kerk in die jaren n.l. behoorlijk doorgeschoten in een focus op één algemene waarheid en één mening op alle punten, zonder oog voor interpretatieverschillen. Dat proef ik hier ook een beetje in.
Over interkerkelijke zaken en oog voor andere kerken: het valt me altijd op dat men in de Bijbel, hoe groot de verschillen op het gebied van gewoontes en principes en hoe groot soms ook de misstanden, elkaar blíjft herkennen als kerk van Christus. Vgl. bijvoorbeeld Jeruzalem vs. Antiochië en de gemeente van Korinthe. Die houding mis(te) ik juist in onze kerk nogal eens. Het lijkt of leek er wel eens op dat men elkaar liever niet dan wel als mede-christenen zag: Als er ècht geen verschillen te vinden zijn... Volgens mij is door de toenemende individualisering (waar volgens mij ook echt wel nadelen aan kleven) er inderdaad meer oog gekomen voor mede-christenen in andere kerkgenootschappen, maar of dat een slechte ontwikkeling is...? Integendeel, zou ik zeggen.
Voor de rest is dit wel erg uitgebreid om zo in één keer op te reageren.
Er stond vanochten in het N.D. een artikel over in. Via, www.nederlandsdagblad.nl kom je er.
Maar er is onderling op diverse kerkraden volgens mij wel over gesproken hoor.
Deze zin vind ik overigens bijzonder jammer. Er is namelijk op ontzettend veel gebieden, via media, in kerken, via publicaties, op forums zoals deze en zeker ook in persoonlijke gesprekken en contacten, inhoudelijk op de bezwaren ingegaan. Mèt de nodige schriftuurlijke onderbouwing, wat ik van bezwaarde zijde nodig gemist heb. Op deze reacties zijn weinig tot geen inhoudelijke antwoorden gekomen (een frustratie die bij veel mensen die geprobeerd hebben in discussie te gaan leeft).
Als je ècht onschriftuurlijkheid wil aantonen zul je toch ècht eens verder moeten gaan dan "de kerk heeft altijd gezegd dat...", een zin die ik inmiddels iets te vaak gehoord heb. Kom dan ook eens met een echt schriftuurlijke onderbouwing.
Hieronder treffen jullie mijn reactie op dit manifest, dat ik zojuist verzonden heb aan de ondertekenende broeders.
Geachte redactie, geliefde broeders in Christus,
Na het lezen van uw manifest kon ik een reactie van schrik niet onderdrukken. Ook ik, als ‘gewoon’ kerklid, ervaar de strijd binnen de kerk, elke dag weer. In discussies, die ik voer met mijn broeders en zusters in het geloof. In gesprekken, die ik heb met gemeenteleden. In colleges, die ik tijdens mijn studie mag volgen. In de bijbel lees ik over een andere kerk. Een kerk van Christus, van alle tijden en plaatsen. Helaas ervaar ik die kerk niet van dag tot dag.
Een korte reactie mijnerzijds op uw manifest. Allereerst ben ik blij met meedenkende en meelevende kerkleden binnen de kerk. Helemaal na de kerkscheuring, die ook ik heb moeten meemaken afgelopen jaar. Het doet pijn, om te zien dat mensen niet meer binnen de kerk met elkaar in gesprek willen gaan over (vermeende) misstanden, om elkaar te helpen geloven. Om elkaar te helpen met het maken van keuzes, in het leven van alledag. Daarom ben ik blij met mensen als u, die uw zorgen middenin de kerk plaatsen.
Anderzijds schokkeert het mij, zoals ik in de eerste zin van mijn reactie reeds aangaf. Het schokkeert mij, omdat u oproept tot een serieuze discussie en die oproept middenin de huiskamer van ieder kerklid legt. Ik ben van mening dat niet ieder kerklid middenin deze discussie staat, die niet iedere dag ervaart. Dat gevoel heeft mij aangegrepen toen ik medio 2003 een brief op mijn deurmat vond van bezwaarde kerkleden. Bij het lezen van die brief kende ik de toestand in de kerk niet. Daarom viel hij, om het onparlementair te zeggen, rauw op mijn dak. Ik denk, en ik vrees, dat dit ook nu weer het geval zal zijn bij menig kerklid.
Een serieuze discussie over de punten die u in uw manifest aan de orde brengt is zeker nodig. Ik ben ook van mening dat die discussie op diverse fronten reeds gevoerd wordt. Getuige ook trouwens uw manifest. Getuige ook de situatie in gemeenten als Kampen-Noord, waar ik als kind in opgroeide en die ik nog steeds een warm hart toedraag. Getuige ook de vele rapporten van studie-deputaatschappen van onze generale synode. Getuige de vele discussies op het forum van de studentenvereniging waar ik lid van mag zijn. Het is goed als die discussie gevoerd wordt. Het is mijns inziens niet goed als iedereen hierin meegetrokken wordt. Naast die discussies gaat het gemeente-zijn door. Dat betekent ook een omzien naar elkaar in die zin, dat we letten op mensen die achterblijven, mensen die verward zijn door alles wat er om hen heen gebeurt.
Tot zover mijn punt van kritiek. Inhoudelijk wil ik niet teveel woorden besteden aan uw manifest. Ook ik maak, uiteraard, mijn keuzes in mijn geloof, in mijn verbondenheid in Christus. Maar bovenal wil ik kerklid zijn, leven in de gemeenschap met mijn broeders en zusters. Ik wil van hen leren, ook als zij een andere mening toegedaan zijn op bepaalde punten. Pluriformiteit in de kerk kan een gevaar zijn, maar mijns inziens alleen als we elkaar hierin niet helpen. En helpen doen we door voor elkaar te bidden. Niet door verschillen te benadrukken, maar door overeenkomsten te benadrukken. Jezus zelf zegt: Geloof in Mij. Dat is de roeping die wij hebben gekregen en aan die roeping moeten wij elkaar toetsen. Paulus heeft het hierover, wanneer hij in 1 Korinthiers 8 spreekt over het eten van offervlees. Het belangrijkste is dat wij op Hem ons geloof bouwen. En die eenheid bezitten we als broeders en zusters. Ik met u en u met mij en daarin ook Christus met ons en wij in Christus.
Ik groet u met broederlijke groet en bid u, mij en de kerk Gods zegen toe,
Jan Maarten van Faassen
PS: Mocht u hierover verder met mij contact op willen nemen, dan staat u dat uiteraard vrij onder het mail-adres van de afzender.
Jan-Maarten, mag ik vragen wat überhaupt je standpunt is? Je blijft m.i. een beetje vaag.
En ik ben ook wel benieuwd waarom heb je deze reactie naar de schrijvers van het manifest hebt gestuurd. Volgens mij kom je namelijk enkel met wat (beargumenteerde) gevoelens op de proppen.
Ik denk dat dat komt omdat ook zij alleen met gevoelens komen, evenveel beargumenteerd als ik. En ik betoog in mijn schrijven dat ik op basis van die gevoelens dit stuk niet kan plaatsen. Dat is mijn reactie. Inhoudelijk heb ik uiteraard ook mijn meningen (zie ook de discussie over de 'vrijmaking 2003'), maar ik wacht eerst hun inhoudelijke stukken daarvoor af. Voor mij persoonlijk is het punt dat ik wilde maken principieel, vandaar dat ik het hen graag wilde meegeven. Mijn punt hierin is, dat dit manifest mijns inziens eerder afbouwend dan opbouwend kan werken. Wellicht volgt hier nog meer over (ik hoop dat ik met de schrijvers hiervan een interessante discussie kan aangaan, hetgeen helaas mislukt is met de schrijvers van het beroemde groene boekje).
Heb er ook een beetje dubbel gevoel bij. Aan de ene kant: als er nu echt eens inhoudelijk met wederzijds begrip gediscussieerd gaat worden, graag. Aan de andere kant heb ik iets van: niet weer! Kunnen we ons niet gewoon weer es met z'n allen gaan richten op het samen kerk zijn. Voor de verandering eens focussen op de gemeenschappelijke basis die we (daar ben ik van overtuigd) wèl hebben. En vanuit die houding dan desnoods eens praten over eventuele verschillen. Begin er zo langzamerhand een beetje moe van te worden om elke keer maar weer de discussie aan te gaan en op vage 'beschuldigingen' en slecht onderbouwde meningen te moeten reageren.
Amen. In zie zin kan ik me in de reactie van Jan Maarten ook wel vinden.
@ Jan Maarten Ik vraag me alleen af waarom je zonodig deze mensen persoonlijk wilt benaderen, zij hebben hun in jouw ogen verkeerde stap al genomen, wat denk je te bewerkstelligen door dat hun nog eens stevig in te wrijven?
Dat is denk ik maar net hoe je het bekijkt... ;) Ik zie het niet als inwrijven, maar als broederlijk spreken. En dan niet eens in de zin van vermaan, maar als een broeder iets te zeggen heeft, wil ik daar graag serieus op ingaan. Daarnaast heb ik mij wel al erg lang geinteresseerd in de discussie en ben ik blij dat er nu, binnen de kerk, de mogelijkheid komt om over een en ander te spreken, in plaats van dat mensen meteen voor hun verantwoordelijkheden weglopen (ik weet dat ik het hiermee wat bot uitdruk, maar zo voel ik het).
De mensen die dit manifest geschreven hebben geven aan dat het een begin is van een reeks(je) van publikaties over zaken die hen verontrusten binnen de kerk. Dit manifest was volgens mij puur bedoelt ter inleiding daarop. Het is immers ook belangrijk om een discussie daarover te voeren. Ook vind ik het belangrijk dat er op bepaalde zaken wordt gewezen, zoals zij dat ook doen. Ik hoop dat ze hun belofte waar maken en echt inhoudelijk, puntsgewijs vertellen hoe het zit huns inziens en waarom wat niet kan. Dan schep je duidelijkheid.
Als mensen nu al gaan zeggen van: (en dat gebeurd bijv. op het GKv forum alweer) ''Dit is weer zo n bekrompen gedachtengang, van wat conservatieve broeders''. Vind ik dat niet getuigen van respect. Wacht rustig maar een inhoudelijke publikatie af, en ga dan inhoudelijk met teksten etc. dat beargumenteren.
Iedereen heeft altijd meteen zijn smoel los en roept het hardst ongenuanceerde uitspraken (ik ben er zelf ook wel een van) over wat er goed of fout is aan mensen die andersdenkend dat jouzelf zijn.
Laten we zaken gewoon eens afwegen met de biebel in de hand. Daar is echter wel een goede bijbelkennis voor nodig. Die ontbreekt echter te veel. En dat komt de discussie absoluut niet ten goede. Eigenlijk zouden we gewoon eens fijn met zn allen de hele bijbel goed moeten doorspitten. (ongenuanceerd????)
Hoewel ik mij niet herken in jouw ver-boer-sing van de titel van het mooiste boek ter wereld, ben ik het wel met de inhoud van jouw betoog eens. Een gedegen bijbelkennis is nodig om deze discussie te voeren. Dat is wat de schrijvers ons beloven (dat wordt nog smullen...) en wat zij ook van ons eisen (en dat is een hoge eis...). Vandaar ook mijn reactie: mijn angst was dat veel mensen niet met de bijbel in hand zouden reageren. Helaas is dat uitgekomen. Veroordeling is het laatste wat moet gebeuren. Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeelt wordt. Gesprek en bemoediging, dat lijkt me thof.
Dan had je dus eigenlijk moeten wachten met dit topic. :wink:
Jan Maarten: ik blijf er toch bij dat wat je (ons en de schrijvers) wilt zeggen niet concreet is en dus niet opbouwend. (Daarmee zeg ik overigens niet dat ik een andere mening ben toegedaan.)
Maar feitelijk wel indirect dat jouw mening verkondigen niet opbouwend is... Ik weet niet, ik denk dat ik een man van mijn hart ben. Als ik iets wil zeggen, zeg ik het ook. Dat kan soms erg vervelend zijn en onbegrijpelijk voor veel mensen, maar soms kan het ook wel heel goed zijn. Misschien nu niet, misschien nu wel. De tijd zal het leren.
Trouwens; het kan best zijn dat datgene wat ik jullie en de schrijvers wil vertellen wel concreet is, maar dat hetgeen ik geschreven heb niet concreet is... Dat zou dan liggen aan de verwoording van mijn denken... Interessant om eens over na te denken, maar buiten het doel van dit topic. Topicgericht: ik ben erg benieuwd naar de inhoudelijke standpunten van de heren schrijvers van dit manifest.
He JM en de rest. Het valt mij eerlijk gezegd niet heel erg rauw op het dak. Ik denk dat ik deze mensen gelijk moet geven dat de vrijgemaakte kerk niet meer vrijgemaakt is of zal blijven. De kerk is enorm veranderd en het is de vraag of dit wel zo bewust is gegaan. Daarom is het goed dat deze mensen weer de inhoud kiezen. Dat het je rauw op je dak valt is dan ook meer aan jou houding te wijten dan aan de verzenders.
nee, want ik heb niet gezegd dat je niet mag reageren op zulk soort schrijven. Ik vind alleen dat mensen niet nu al moeten gaan zeggen dat deze groep mensen inhoudelijk niet echt met aanwijzingen, etc. komt, en dat ze hen daarop afwijzen!
Lekker makkelijk, teksten uit hun verband rukken. Ik zei dat de vorige brief, die van medio 2003, rauw op mijn dak viel. En tuurlijk moeten we voor de inhoud gaan. Maar het gaat er wel om voor welke inhoud we gaan en welke keuzes we daarin maken en hoe we anderen beoordelen die andere keuzes maken.
JM je hebt het over die brief van 2003, waarvoor mijn reactie ook geld. En in de tweede plaats dat mensen nu weer zullen schrikken. Vandaar mijn reactie.