Koning David

In het Nederlands Dagblad staat een heel aardige brief van Rien van de Berg aan Bart Jan Spruyt.

Beste Bart Jan,

Ik ken je niet persoonlijk. Ik heb in de krant over je gelezen dat je directeur van de conservatieve Edmund Burkestichting bent en dat je wel-en-ook-weer-niet je liefde hebt verklaard aan Geert Wilders.

En nu schrijf je me een brief. Een nogal persoonlijk stuk, zeg je in het voorwoord van het schrijven dat door het CLK is uitgegeven als christelijk boekenweekessay. Nu, dan verdien je ook een schrijven terug. Ik moet zeggen dat een van de eerste zinnen me wel teleurstelde: ,,Het had vooral over cultuur moeten gaan, en daar is het eigenlijk niet van gekomen.'' Nou goed, cultuur is een breed begrip, en met een beetje goede wil hoort zelfs politiek daarbij.

Je toon is dreigend. De wereld van vandaag deugt niet, schrijf je. En vroeger was alles beter. ,,In die oude wereld voel ik mij, hoe pedant dat misschien ook klinkt, beter thuis dan in de moderne.'' Je verklaart de liefde aan de Europese cultuur die zich ontwikkelde van 500 tot 1800 - en dus volgens jou al tweehonderd jaar dood is. Toen begon namelijk de moderne tijd. En je hebt het vermoeden 'dat zich ergens, op de drempel van de nieuwe tijd, een zondeval heeft voltrokken, en dat die val voor alle terreinen van het leven consequenties heeft gehad'.

Waarom daar, Bart Jan? Je schrijft boos en verdrietig over mannen die het kwamen verpesten, 'mannen die het goede als leugen ontmaskerden, de oneerbiedige spotters, de veel te wijs geworden nieuwste filosofen'. Maar dat deed Cervantes toch al, toen hij exact vierhonderd jaar geleden Don Quichotte de wereld instuurde, nadat hij die wereld eerst beroofd had van een God die er structuur aan gaf?

Met die zondeval heb je wel gelijk. Maar dat was toch al met Adam en Eva? Sindsdien voert de mens een strijd die hij steeds dreigt te verliezen als hij het op eigen kracht probeert te winnen.

Je belijdt je liefde voor boekengeleerdheid uit vervlogen tijden en je schrijft: ,,Maar ze worden niet in ere gehouden, die dierbare boeken van mij. We leven in een lege cultuur, die afscheid heeft genomen en nu in zichzelf rondtast, en in hovaardige wanhoop geen weerwoord heeft op de grote uitdagingen van deze tijd.'' Wat is er met je? Jij weet toch als nog maar weinigen in deze lege cultuur dat dit soort gejammer van tijd tot tijd in alle eeuwen te beluisteren valt? Er zijn altijd mensen geweest voor wie de jeugd van tegenwoordig nooit heeft willen deugen.

Tot mijn vreugde breek je een belofte, en bezoek je in München drie musea. Eén voor veertiende- tot achttiende-eeuwse kunst, een voor negentiende-eeuwse en een voor twintigste-eeuwse. Maar als je daarna niet meer te melden hebt dan dat 'er geen sprake is van onbekommerde vooruitgang in de kunst', word ik chagrijnig. Jij pruimt moderne kunst niet. Maar als je denkt dat je die zondeval van je op het spoor kunt komen ergens tussen twee Beierse musea, heb je juist de kunst uit dat eerste museum niet begrepen. Wie drie hoofdstukken in de Bijbel leest, Bart Jan, laat het idee van 'onbekommerde vooruitgang' varen, die staart niet betraand naar welk verleden dan ook, maar kijkt hoopvol uit naar een toekomst die van een heel andere orde zal zijn.

We zitten op bladzijde 24, als blijkt wat je diepste innerlijke drijfveer is: je bent bang voor moslims. En vervolgens schets je de karikaturen die de basis vormen onder de rest van je betoog. ,,Ons begrip 'tolerantie' is in de zestiende en zeventiende eeuw bedacht om de relatie tussen protestanten en katholieken te beheersen. Maar hoe gezellig was het in Bagdad, laten we zeggen in de periode van 762 tot de komst van de Mongolen in 1258, toen het de hoofdstad van het islamitische rijk was? Wie als jood of christen tijdens de middeleeuwen de pech had om in een land met islamitische heersers te wonen, viel onder de zogeheten dhimma. Dat betekent wel zoiets als beschutting of bescherming, maar in de praktijk stond het voor de degradatie tot tweederangs burgerschap.''

Je betoog drijft hier op suggestie, Bart Jan, en dat valt me van je tegen. Je suggereert dat het onder elke islamitische heerser in elk land voor christenen en joden beroerd leven was. De feiten liggen genuanceerder. Ik noem maar iets: een van de grootste Arabische hofdichters van de oudste islamitische heersers, Al-µchtal, was een christen, en een belangrijke vernieuwer van de Perzische poëzie, Foroegh Farrochzaad (1935-1967), was zelfs een dichteres. En het eronder houden van minderheidsgroepen was tussen pakweg 500 en 1800 ook in Europa gangbare praktijk. Jodenhaat, ketterjacht, slavenhandel, hugenotenmoord, de achterstelling van de vrouw. Dat wij verantwoordelijk zijn voor de vreemdeling die in onze steden woont, hebben zelfs wij christenen schandalig laat geleerd.

Je schrijft verder dat de islam alle eerdere profeten 'omduidt' naar het voorbeeld van Mohammed: ,,Abraham, Mozes, David en Jezus zijn niet meer dan ontvangers van een boek. De bijbelse profeten worden geassimileerd door een herschepping naar het beeld van Mohammed.'' Heb je wel eens van Sinterklaas gehoord? Die rijdt over de daken op het paard van Wodan. Wij bouwden onze kerken op heidense heilige plaatsen. Wij vieren onze feesten op heidense hoogtijdagen. Omduiden en assimileren dus.

Ik doe misschien een beetje flauw, maar dat komt omdat je op basis van dit soort karikaturen en suggesties vergaande conclusies trekt. Je zegt plompverloren: 'Een renaissance is binnen de islam niet mogelijk.' Wat een onzin!

Je signaleert in het meest ingewikkelde deel van je boek (dat helaas ook het grootste deel is) dat het christendom langzaam geleerd heeft en gegroeid is. Maar als je de zaak wilt uitspelen tegen de islam, vernauw je je blik. ,,Dankzij Augustinus heeft de kerk zich na de val van Rome niet begrepen, en daarom ook niet opgedrongen, als een politiek alternatief.'' Volgens mij sla je nu de hele investituurstrijd over, de machtsstrijd tussen de keizer en de paus.

Zou de islam niet kunnen leren? Je schrijft zélf dat minderheden werden getolereerd. De islam staat niet bekend als homovriendelijk, maar je wilt niet weten hoeveel homo-erotiek er in de Arabische literatuur voorkomt. In de tijd dat onze grote mannen twintig, dertig boeken hadden, bezaten de islamitische sultans er niet zelden duizenden. Onze wetenschap heeft na de Middeleeuwen op tal van terreinen dankbaar voortgeborduurd op die uit de islamitische wereld. De islam hoeft zich voor een renaissance alleen maar te herbronnen in de eigen traditie.

Begrijp me goed: de fundamentalistische vorm van de islam is een vijand om niet te onderschatten. En dat bedoel ik niet eens in de eerste plaats politiek. De islam heeft joods-christelijke elementen opgepakt en verdraaid. De waarheid een kwartslag kantelen, dat zijn uitgesproken trekjes van die slang uit dat zondevalverhaal - dat je ongetwijfeld kent. Maar Jezus leert ons dat het onkruid en het graan samen moeten opschieten, tot de oogst. Wie van Jezus is, moet zich keren tegen staatsdwang op geestelijk gebied.

Is het voor jou al te laat? Je bent in je betoog al helemaal op drift geraakt. Ik sla even een ingewikkeld deel van je boek over en surf naar het slot, waar je orakelt over onze democratie of wat daar volgens jou nog van over is. ,,Het fort van de Nederlandse democratie is een bouwval geworden, met aan alle kanten riante openingen waardoor de vijand zomaar naar binnen kan lopen - zoals Hitler in 1933.'' Pfoeh!

Dan kom je met je oplossing: ,,Het conservatisme is nodig om het liberalisme voor zelfmoord te behoeden.'' Het is dat ik je doodernstige gezicht voor me zie, maar normaal zou ik nu in de lach schieten: gooi ik jouw conservatisme in mijn pet, ben ik gelijk van de VVD en D66 verlost!

In één alinea schrijf je dat er 'een nieuwe vorm van despotie dreigt: de tirannie van de meerderheid'. En in de volgende alinea schrijf je: 'Individualisme kan dus gemakkelijk leiden tot despotisme van de overheid'. Normaal zou ik weer in de lach schieten: houden ze mekaar in evenwicht, probleem opgelost.

Maar dan, Bart Jan, haak ik toch echt af. Je belijdt ineens ronduit positivistische denkbeelden over opvoeding en onderwijs. Bouw scholen en je kunt gevangenissen sluiten! Laat kinderen weer het boekje over Brave Hendrik lezen, en de samenleving bloeit in deugd en burgerzin! Dat is niet alleen een bewezen misvatting, maar het miskent ook de zondigheid van de mens. Je verwacht niet alleen van de kunst een 'onbekommerde vooruitgang', maar, al roep je nog zo hard van niet, ook van de mens.

Vervolgens moet ik een religieuze lofzang op het liberalisme aanhoren. Ik maak me zorgen, Bart Jan. Stem je nog wel SGP? Ik zal je belijdenisproza even citeren, dan kun je in de spiegel kijken: ,,Het liberalisme als de politieke kracht die ons heeft uitgeleid uit het diensthuis (!) van het vorstelijk absolutisme en ons via de representatieve democratie naar een steeds democratischer democratie brengt, dit liberalisme heeft de wereld geweldige zaken gebracht - het heeft mensen bevrijd van de politieke macht van religie, het heeft het vrije Westen bijgebracht dat toewijding altijd op instemming moet berusten, het heeft een model aangeleverd met behulp waarvan wij conflicten vredig kunnen beslechten, en een samenleving geschapen waarin niet alleen handel en ondernemerschap maar ook de wetenschappen konden floreren.''

Wat zat je in het begin van je brief nou te zeuren over die zondeval? Dit lijkt me eerder een heilsleer.

Ten slotte, we zitten dan op minder dan tien pagina's van het einde van dit betoog, kleed je de rol van de overheid uit tot niet veel meer dan een scheidsrechter-bij-ruzie. Je omschrijft de Nederlandse democratie als 'een éénpartijsysteem, de Democratische Partij Nederland' en vervolgens citeer je met instemming Maurice de Hond: 'Dat het woord 'democratie' erin voorkomt, betekent niets. In veel communistische landen hadden de heersende partijen dat woord ook in hun naam'. Je trompettert: ,,In de praktijk van alledag blijkt de overheid onmachtig, en gedomineerd door een oligarchie van incompetente technocraten.'' En een recent voorbeeld van dat regenteske gedrag is volgens jou - je ziet het al van verre aankomen - de beoogde toetreding van Turkije tot de Europese Unie.

En daar zijn we weer bij je moslims. Die wil je niet. Dus moeten we: ,,Harde politieke maatregelen tegen moslimextremisme nemen. Bij de aard en omvang van de huidige problematiek moeten de grenzen voorlopig dicht, moeten we internationale verdragen heroverwegen, potentiële plegers van aanslagen niet laten rondlopen, en mensen die zich tegen de Nederlandse staat, samenleving en Grondwet verzetten hun Nederlanderschap ontnemen. Om maar eens iets te noemen.''

Bart Jan, sorry. Maar je betoog rammelt niet alleen, het is ook paranoïde en het werkt verderfelijk. Het stuk leest zo lastig, dat ik vrees dat niet veel mensen dat zullen doen. Maar in het slothoofdstuk rol je ineens als een tierelier, daar schrijf je als Pim Fortuyn zaliger zelve! Pwa-papa-papa, retteketet! Nederland gaat naar de kelder en zullie hebben het gedaan!

Wat heb je gedaan? Dit onrijpe schotschrift wordt verspreid als boekenweekessay, dus duizenden mensen krijgen het in handen. Ze zullen pas in het slothoofdstuk ineens begrijpen wat ze lezen. 'Zie je wel: Bart Jan, die zo ingewikkeld kan schrijven, vindt het ook!' En misschien zullen ze wel op je stemmen, bij de eerstvolgende verkiezingen, domweg omdat ze bang zijn voor die rare moslimburen, net als jij. En omdat ze alleen maar letten op de uitwassen, en niet op de ontwikkeling onder moslims die verdraaid veel weg heeft van een emancipatie naar Westers model.

Hartelijke groet,

rien van den berg

Prachtig stuk. Een aanrader voor mensen die een Wilders-avatar plachten te gebruiken.

Koning David

Geweldig. We zijn helaas net te laat maar er moet een keer een artikel tegen het conservatisme in de Sic komen.

Geweldig. Dat had ik niet achter Rien van den Berg gezocht.

Het tekent ook de hypocrisie van het Conservatisme. Het teruggrijpen op een gelukzalige toestand voor de verlichting is volkomen abitrair. Op welke gronden wordt er terug gegrepen en waarom?

Koning David

Het conservatisme is dankzij Bart Jan Spruyt een heuse politiek-filosofische stroming geworden. Hiervoor was conservatisme een bepaalde geesteshouding die je in alle politieke stromingen aantrof: in het liberalisme, in de sociaal-democratie en in de christendemocratie.

Spruyt vind ik wel opportunistisch omdat hij profiteert van het anti-moslimsentiment en ik vind het ook niet verstandig dat hij flirt met Wilders. :erm:

Aan de andere kant heb ik wel waardering voor het feit dat hij met geestverwanten een nieuwe denktank heeft opgericht en zo de discussiecultuur in Nederland bevordert.

Er zaten best wel interessante figuren bij de Burke-Stichting, Eimert van Middelkoop en Hans Hillen onder andere, maar velen zijn gevlucht toen Spruyt met Wilders in het huwelijksbootje stapte.

RC schreef: Prachtig stuk. Een aanrader voor mensen die een Wilders-avatar plachten te gebruiken.

Kep em ook gelezen, echt een goed stuk!! Vond het wel lache dat het in de krant stond. Is weer es wat anders.

Dat had ik niet achter Rien van den Berg gezocht

Ik heb deze beste man een keer gesproken tijdens een workshop, en hij heeft een bijster gevoel voor humor...

Vriend Klei schreef: Het ... deed.

Klei wat een onzin, ik had wel wat meer van je verwacht. Bart Jan Spruyt het conservatisme als politiek filosofische stroming neergezet? Waar heb je dat vandaan?

Koning David

Nou, niet perse Bart Jan maar ook figuren als Paul Cliteur en Andreas Kinneging. Hoewel ik absoluut geen conservatief ben vind ik het goed dat er een onpartijdige (d.w.z. niet aan een partij verbonden) denktank van een politiek-filosofische stroming (nl. het conservatisme) is opgericht. Je hebt nu ook een liberale onafhankelijke denktank, de Bastiat Stichting, maar daar hoor je niet zo veel van helaas.
Het boek van Spruyt, Lof van het conservatisme, is volgens mij redelijk positief ontvangen door het NRC Handelsblad. Hierin zet Spruyt uiteen wat volgens hem het conservatisme is en bespreekt denkers als Alexis de Toqueville. Misschien moet ik het boek maar eens lezen. Ik heb niet zo heel veel te doen nu.

Helaas lijkt Spruyt niet vies te zijn van rechtspopulisme en sinds hij met Wilders flirt heeft de Burke Stichting veel krediet verspeelt.

Ik doe nu even een oproepje: het lijkt mij leuk en nuttig om hier in de Sic verder over te discussieren. Misschien wil Hans nu eindelijk eens aan een artikel beginnen en bespreekt hij het boek van Spruyt. "De lof van de lof van het conservatisme" is misschien wel een leuke titel. En dan schrijft Kars of iemand anders een tegenartikel.

Koning David

Hieronder een recensie van Paul Cliteur van het boek van Bart Jan:

Lof van het conservatisme - Bart Jan Spruyt De katholieke politicus Nolens zei in 1917 dat de gemiddelde Nederlander "liever van diefstal of brandstichting beschuldigd wordt dan van het feit dat hij conservatief zou zijn". Dat is vreemd. Aan de andere zijde van het kanaal vinden we een "Conservative Party" die zich voor een beroep op conservatieve beginselen niet lijkt te schamen. Ook in de Verenigde Staten kent men weinig schroomvalligheid. Toen een journalist het werk van Irving Kristol als "neoconservative" typeerde werd het etiket door Kristol als een geuzenaam opgepakt. Daarmee was het neoconservatisme geboren, een van de belangrijkste ideologische stromingen in Amerika, een bron van inspiratie voor zowel Ronald Reagan als George W. Bush. In Nederland echter wil conservatisme maar niet van de grond komen. Althans nog niet. Volgens Bart Jan Spruyt, directeur van de Edmund Burke Stichting, een in Den Haag gevestigde denktank voor conservatisme, is het oude vooroordeel de laatste jaren doorbroken. Conservatief wordt niet langer gelijk gesteld met een reactionaire mentaliteit. Inmiddels is ook duidelijk geworden dat hedendaagse conservatieven allerminst gehecht zijn aan de uitkomst van een ontwikkeling die sinds de jaren zestig in Nederland haar beslag heeft gekregen. Ik denk dat Spruyt daarin wel gelijk heeft, maar toch ook weer niet. Men moet twee dingen onderscheiden. Weliswaar is conservatief gedachtegoed populair, maar dat betekent nog niet dat het etiket "conservatisme" (of "conservatief") populair of zelfs minder impopulair is geworden. Anders gezegd: de conservatieve traditie wordt flink geplunderd, maar zonder dat daarvoor de auteursrechten worden betaald. Allerlei sociaal-democratische intellectuelen bijvoorbeeld nemen vrijelijk (neo)conservatief gedachtegoed over, maar men blijft zichzelf keurig netjes binnen de links-liberale traditie plaatsen. De PvdA schuift gewoon een tikje op naar rechts, maar het blijft "PvdA" - althans in de eigen beeldvorming. Wat er ook zij van een verandering van de bordjes (conservatisme als etiket), veel belangrijker is natuurlijk of meer draagvlak ontstaat voor conservatief gedachtegoed. En dat is zeker het geval. Aan die herwaardering probeert Spruyt natuurlijk ook een bijdrage te leveren. Hij doet dat met een serie goed geschreven portretten van conservatieve denkers als Burke, Churchill, Tocqueville, Strauss en anderen. Ook behandelt hij wat over conservatisme geschreven is door Nederlandse historici als Boogman, Von der Dunk en Kossmann. De titel Lof van het conservatisme verwijst naar een opstel van J.L. Heldring en dat is niet voor niets want de NRC-commentator lijkt ook een belangrijke rol te spelen in het conservatisme van Spruyt. Dat komt de duidelijkheid niet te goede, want Helding heeft over het conservatisme verwarde opvattingen. Laat ik op zijn ideeën over conservatisme iets dieper ingaan. Heldring belijdt een conservatisme als "houding". Zijn conservatisme is geen ideologie of een systeem. Van zijn conservatisme werd Heldring zich pas bewust toen hij al de zestig naderde. Zijn conservatisme hangt ook samen met zijn religieuze vrijzinnigheid. Na zijn 25ste heeft het christelijk geloof bij Heldring plaatsgemaakt voor wat hij noemt een "mild agnosticisme" (Wat "mild" is aan agnosticisme blijft overigens onduidelijk). Hij keerde zich tegen het "activistische christendom" dat niet "overweg kan" met noties als het menselijke tekort. Voor conservatisme daarentegen is een pessimistisch mensbeeld kenmerkend. Toen Heldring werd gevraagd een artikel te schrijven voor Liberaal Reveil, het orgaan van de Teldersstichting, waarin hem uitleg werd gevraagd over zijn redenen waarom hij liberaal was ontdekte hij, maar eigen zeggen, dat hij zich meer aangetrokken voelde tot het conservatisme. De liberaal staat immers in de Verlichtingstraditie en die gaat uit van de goedheid van de mens, denkt Heldring. "En dat geloofde ik dus al lang niet meer." Het moge zo zijn, maar is het juist om aan de verlichtingstraditie toe te dichten dat ze uitgaat van de goedheid van de mens? Voltaire deed dat niet. Hume ook niet. Men vindt het bij Rousseau, maar dat was een kriticus van de Verlichting. Heldring meende ook - met de Poolse filosoof Kolakowski - dat het christendom "deel is van onze gemeenschappelijke erfenis, en volledig niet-christen te zijn zou betekenen dat wij ons buiten die cultuur sloten". Ik denk dat Spruyt een goed beeld geeft van het denken van Heldring, maar juist daaruit blijkt dat het moeilijk is Heldring erg serieus te nemen als theoreticus over filosofische en wereldbeschouwelijke kwesties. Neem dat met instemming aangehaalde citaat van Kolakowski. Het gedachtegoed van de Germanen is ook een deel van onze erfenis, evenals dat van de Romeinen of de Grieken of de moslims of de humanisten. Maar je gaat toch niet de Germaanse, Romeinse, Griekse, islamitische of humanistische beginselen uitdragen alleen maar omdat het een deel is van onze culturele erfenis? Als je dát conservatisme wilt noemen, is het wel een vorm van conservatisme van het meest primitieve soort. De merkwaardige consequenties van dit soort conservatisme als "houding" blijken ook bij Heldrings opvattingen over de monarchie. Heldring noemt zichzelf "theoretisch een republikein". Wat is dat, denk je dan? Wat mag het verschil zijn tussen een "theoretische republikein" en een "gewone republikein"? Dat blijkt te zijn dat Heldring niet wilde "morrelen" aan de huidige positie van het koningshuis in ons staatsbestel. Nu kan ik mij voorstellen dat iemand onverschillig staat tegenover het onderwerp. Monarchie of republiek - het interesseert hem gewoon niet. Maar ik kan mij niet voorstellen hoe iemand met enig recht zegt "theoretisch" een bepaald ideaal te omarmen om vervolgens praktisch niet te willen "morrelen" aan een stand van zaken die op gespannen voet staat met dat ideaal. Dan meen je gewoon niet wat je zegt. Kossmann heeft in een liber amicorum voor Heldring eens beweerd dat Heldring de gedachtevorming over de aard van het conservatisme wezenlijk vooruit geholpen heeft. Met alle respect, maar dat is onzin. Heldring had (en heeft) grote verdiensten op vele terreinen, maar van het conservatisme draagt hij een zeer bescheiden kennis en zijn opmerkingen over het conservatisme zijn bovendien op allerlei punten inconsistent. Wat Heldring wél gedaan heeft, is enkele noties van een bepaalde vorm van conservatisme (het burkiaanse) populariseren. Geen geringe verdienste overigens. Een andere theoreticus van het conservatisme van de oudere generatie die door Spruyt nogal instemmend wordt aangehaald, is de jurist Huib Drion, tegenwoordig het meest bekend van de (nog) niet bestaande pil. Drion publiceerde in 1963 een artikel onder de titel "Het conservatieve hart". Volgens Drion staat het conservatieve hart tegenover de progressieve ratio. Conservatisme als een zaak van het "hart" en progressivisme als iets dat met de "ratio" te maken heeft? Zou je dat niet net zo goed om kunnen draaien, zullen de meesten geneigd zijn te denken? Progressief of links, dat ben je met je hart. Conservatief, rechts, dat ben je met je hoofd. Ook een andere typering van het conservatisme door Drion brengt ons weinig verder. "Tenslotte is het conservatisme in de eerste plaats de instinctieve, diep menselijke, afkeer van veranderingen, om wat deze impliceren aan ontrouw, verraad tegenover de eigen emoties van nu." Laten we eerlijk zijn: dit is adacadabra. Spruyt had wat mij betreft iets kritischer mogen zijn over het "conservatisme" van deze heren van de oudere generatie. Een ander verschil van inzicht met hem betreft de rol van de religie. Sommigen theoretici doen voorkomen alsof een onderdeel van het conservatisme is dat het zich positief verhoudt tegenover religie. Ook bij Spruyt kan men die neiging onderkennen, al is hij niet helemaal duidelijk op dit punt. In ieder geval verheft hij enkele religieuze denkers in het conservatieve pantheon die in geen enkel handboek van het conservatisme tot de traditie worden gerekend. Dat is bijvoorbeeld het geval met de literatuurwetenschapper en christelijk apologeet C.S. Lewis of met de theoloog Dietrich Bonhoeffer. Voortreffelijke schrijvers overigens, vooral Lewis, maar bepaald geen conservatieven. Het zijn volgens mij gewoon schrijvers waarmee Spruyt op religieuze gronden sympathiseert. Het ligt gezien het voorgaande voor de hand dat mijn pleidooi voor beperking van de vrijheid van godsdienst en kritische houding tegenover bekostiging van religieus getint onderwijs uit de staatskas, bij Spruyt niet in goede aarde valt. Ook heeft Spruyt bezwaar tegen wat hij noemt het "fundamentalisme van Cliteur c.s.". Daarmee doelt hij op het gehamer op de seculiere verlichtingswaarden. Nu moet ik zeggen: I plead guilty. Maar is dat erg? Of, voor ons onderwerp belangrijker, is die oriëntatie op verlichtingswaarden niet-conservatief? Ik geef toe, het is in ieder geval niet-burkiaans, maar het is zeker niet in strijd met het neoconservatisme en ook in de Britse traditie zijn tal van seculiere conservatieven te onderkennen (zoals Michael Oakeshott of David Hume). Er is met name in de Verenigde Staten een vorm van neoconservatisme tot ontwikkeling genomen dat zich gemotiveerd weet door de stelling dat we over de jaren zestig heen moeten teruggrijpen op de klassiek liberale grondslagen (of fundamenten) van ons bestel. Een dergelijk soort conservatisme lijkt mij legitiem of sterker nog: verkieslijk. Wat Norman Podhoretz, Irving Kristol, Nathan Glazer of voor de jongere generatie Dinesh D'Souza ("Letters to a young conservative") verenigt is niet een of andere religieuze overtuiging, noch een vage religieuze honger in het algemeen. Het is een kritische houding tegenover de revolutie van de jaren zestig, tegenover politieke correctheid, multiculturalisme en waardenrelativisme. Precies eigenlijk zoals Burke zich twee eeuwen eerder verzette tegen de geest van de Franse Revolutie. Volgens de neoconservatieven zijn het de klassiek liberale uitgangspunten die het beste arrangement verschaffen voor het vreedzaam samenleven van mensen met een verschillende oriëntatie op geloof, politiek en het goede leven. Die klassiek-liberale fundamenten moeten in ere worden hersteld. Vandaar dat ik liberaal fundamentalisme best als geuzenaam wil oppakken, zoals Irving Kristol niet ineen kromp toen hij als "neoconservative" werd aangeduid. Het geeft ook aan waarom een conservatief tevens een klassiek liberaal kan zijn. De conservatief wil over de decadentie van de laatste decennia heen teruggrijpen op de grondslagen van een liberale ordening die verloren is gegaan. Met het liberale fundamentalisme van Cliteur contrasteert Spruyt zijn eigen model dat men wellicht kan typeren als een soort van contractsdenken, ten aanzien van godsdienst met name gefixeerd op een specifiek moment: de onderwijspacificatie van 1917. Hij schrijft daar het volgende over: "Moslims zijn na 1917 ons land binnengekomen. Zij doen nu ook een beroep op de rechten en vrijheden die toen zijn verworven. En zij willen die op hun eigen voorwaarden. Maar dat kan niet. De voorwaarden zijn onze voorwaarden, voorwaarden van toen." Dit is een cryptische zin. Bedoelt Spruyt dat de christelijke bevoordeling die in 1917 is afgesproken verder niet ter discussie gesteld kan worden? Misschien is het liberaal fundamentalistisch, maar dat lijkt me toch moeilijk te verdedigen. Als we het bijzonder onderwijs willen blijven voortzetten dan kunnen we niet moslims van het systeem uitsluiten. Daarin hebben Abou Jahjah of Cheppih gelijk, vrees ik. Als we geen etnisch-religieuze scheiding in deze maatschappij willen zullen we dus moeten gaan nadenken over het terugdringen van de invloed van de godsdienst in het openbare even. (Een voortreffelijk boek daarover is zojuist gepubliceerd door August Hans Den Boef, Nederland seculier!). En er is niets in de conservatieve traditie dat zich daartegen verzet. Maar ondanks deze kleine verschillen van inzicht tussen mij en de schrijver vind ik Lof van het conservatisme een heel mooi en ook belangrijk boek. Het is zelfs het beste boek dat over conservatisme in de Nederlandse taal geschreven is. Wat mij betreft nemen we nu met een zwaai afscheid van het getheoretiseer van de oudere generatie conservatisme-schrijvers en hebben de belhamels van de Burke Stichting nu het conservatieve rijk alleen. Maar misschien is dat voor een conservatief een onaanvaarbare breuk met de traditie. Recensie door Paul Cliteur Spruyt, Bart Jan, Lof van het conservatisme, Balans, z.p. 2003

Om even te reageren om Klei:

Vriend Klei schreef: Geweldig. We zijn helaas net te laat maar er moet een keer een artikel tegen het conservatisme in de Sic komen.

Ik wil niet al te negatief uit de hoek komen, maar om kort te gaan: "dit stuk is verre van geweldig"

even een paar punten op een rijtje:

Rien van de berg:
-valt Bart Jan Spruyt persoonlijk aan.
-hij trekt diens standpunten in het belachelijke.
-trekt geen heldere conclusie(s)
-is de helft van zijn betoog bezig met het verwoorden van Spruijt's standpunt op een enigszins overdreven manier.

  • schuift Spruyt dingen in de schoenen die hij niet zo gezegd heeft.
    (Ik kan al deze dingen met minstens 3 voorbeelden uit dit artikel onderbouwen, dus daar gelieve geen commentaar op.)

Niet dat ik het niet eens ben met Rien vd. Berg, ik geef hem helemaal gelijk is zijn reactie op Spruyt, maar om te stellen dat het een geweldig stuk is, verre van.
Helemaal in het licht van Geert Mak's pamflet: "Gedoemd tot kwetsbaarheid" wat nu overal te koop is (€5).
Het lijkt er sterk op dat vd. Berg argumentatie regelrecht heeft geciteerd uit dit pamflet.

Dus mocht er nog een artikel hierover komen, haal dan svp. Mak erbij.

agent_Fox_Mulder

Amen :wink:

Koning David

Het boekje van Mak wordt in de komende Sic door mij besproken. Je bent trouwens erg goed bezig Van Dijk. Ik roep hard maar heb niet altijd gelijk. Misschien moet jij hier maar eens een artikel over schrijven.

Beste Bart-Jan bediende zich afgelopen vrijdag in het ND van repliek op Rien van den Berg:

Meneer Van den Berg,
Uw werk als hooggestemd recensent van hedendaagse versjes heeft u blijkbaar beroofd van de bescheiden kwaliteiten die vereist zijn om een stukje eenvoudig proza gewoon goed te lezen. In uw als 'open brief' gemaskeerde recensie van mijn essay over De toekomst van de stad toont u vooral aan, dat u niet hebt begrepen welk probleem ik daarin aan de orde stel. In verwarring gebracht door uw eigen onvermogen, tooit u zich op clowneske wijze met een deskundigheid die u niet verder brengt dan het formuleren van tegenwerpingen die ik zelf in dat essay aan de orde heb gesteld. Als ik bijvoorbeeld schrijf dat de kerk zich dankzij de tweerijkenleer van Augustinus niet als politiek alternatief heeft opgedrongen, begint u te loeien dat ik zo dom ben dat ik blijkbaar niets weet van de investituurstrijd. Ik ga daar nota bene zelf op in (op p. 42 van mijn essay). Maar iemand die zelfs niet aan het meest basale handboekje over de middeleeuwse kerkgeschiedenis is toegekomen, ontgaat waarschijnlijk het verband tussen de door mij vermelde Gregoriaanse hervorming en die investituurstrijd.

Het zij u allemaal vergund. U presenteert zich als een historicus om rekening mee te houden: zonder een zweem van pedanterie wijst u zelfs een hele fout in het boek Het vooroudergevoel van de heren Blokker aan. Zo heeft iedereen recht op zijn eigen gebreken en tekortkomingen en journalisten vertrouwen ze ons nu eenmaal dagelijks toe. Een reactie op uw ongevraagde brief zou dus eigenlijk overbodig zijn, ware het niet dat u het daarbij niet heeft gelaten. Ondanks uw schaamteloos geëtaleerde onkunde kan een zekere slimmigheid u niet worden ontzegd. U begreep natuurlijk ook wel dat mijn boekje in veler handen zou komen (en inderdaad, en het spijt me voor u, er is inmiddels een tweede druk), en omdat u mij grondig wantrouwt, besloot u uw lezers een bril op te zetten die een onbevangen lectuur onmogelijk zou maken. Zij moesten natuurlijk wel weten dat ze te maken hadden met een islamofoob, een onkundige angsthaas, een paranoïde karikaturist, die ronduit verderfelijke teksten op papier smijt. Ik neem mijn lezers serieus, en daarom wil ik ze die bril graag weer afnemen.

Waar het mij in dit boekje om gaat, is het volgende probleem: wij leven in een democratische rechtsstaat, en die rechtsstaat is kwetsbaar, op zichzelf al. Nu wordt die liberale democratie ook nog eens bedreigd door twee gevaren, van binnenuit en van buitenaf. Van binnenuit door onze eigen decadentie, en van buitenaf door de politieke theologie van de islam. Ik stel dit vast en onderbouw dit en probeer vervolgens de zwakke open plekken van die rechtsstaat te repareren vanuit een politiek-filosofische traditie die het conservatisme heet. En dat begrijpt u allemaal niet.

Met die decadentie bedoel ik het morele en culturele verval die het gevolg is van wat C.S. Lewis de grote scheidslijn in de West-Europese geschiedenis heeft genoemd, en die hij net als ik (of beter: die ik in navolging van hem) zo rond het jaar 1800 dateer. Het schuim droop in uw progressieve sikje toen u dit las, maar komt u nu eens tot bedaren en leest u nu gewoon die inaugurele rede van Lewis. Ik noem die in noot drie van mijn essay.

Ik jeremieer niet over mijn tijd alsof vorige tijden beter waren, maar ik stel vast dat er een objectief verschil is tussen de pre-moderne tijd en onze tijd, en dat dat verschil onder andere tot gevolg heeft gehad dat het geloof in een objectieve morele orde verwisseld is voor subjectivisme, relativisme en multiculturalisme. Die stromingen hebben ons niet de wapens aangedragen die nodig zijn om belangrijke verworvenheden van de democratische rechtsstaat te benoemen en te verdedigen. Heel essentiële, klassieke noties over het morele fundament dat een constitutie dient te schragen - zoals bijvoorbeeld uiteengezet in de door mij geciteerde brief van George Washington aan rabbi Seixas - zijn volledig in vergetelheid geraakt. Wij weten niet meer op de juiste wijze met onze rechten en vrijheden om te gaan - en weten anderen, nieuwkomers, dus ook niet meer uit te leggen wat wij op dit punt van hen verwachten.

Mijn zorgen betreffen vervolgens de relatie tussen islam en democratie. Democratie is niet met de islam gegeven, omdat de scheiding tussen religieus en wereldlijk recht vreemd is aan de islam. Nu gelooft u dat het tamelijk eenvoudig moet zijn de islam op dit punt te hervormen - u ziet zelfs allerwegen de hoopvolle tekenen die erop duiden dat dit proces al in volle gang is. Ik ben iets minder naïef.

De islam heeft zich de eeuwen door als een religie van absorptie doen kennen. Dat is allemaal uitvoerig gedocumenteerd. En dan komt u aan met sinterklaas om uit te leggen dat wij als christenen er ook wat van kunnen. Laat ik u op Erasmus wijzen, die humanist, weet u wel. Die leerde van de klassieken hoe je teksten leest en hoe je ze uitgeeft. Zonder die ontdekking zou dat Nieuwe Testament van Luther (een hervormer uit de zestiende eeuw) er echt niet zijn gekomen. Het christendom kan zichzelf dus reformeren door een oriëntatie op de eigen en op vreemde bronnen. Dat dit binnen de islam gebeurt, is net zo waarschijnlijk als een pleidooi van Jan Wolkers voor een herstel van gereformeerde kuisheid.

Om die dreiging van de politieke theologie van de islam te pareren biedt onze nihilistische cultuur niet de vereiste instrumenten. Die zijn, naar ik tamelijk omstandig uitleg, in een politiek-filosofische traditie te vinden die ons pre-moderne noties aanreikt omtrent vrijheid, orde, instituties en het belang van religie, om de kwalen van een naakt liberalisme te genezen. En ook noties omtrent het belang van opvoeding en onderwijs inderdaad, al is het belang daarvan ook u al zo ontgaan dat u daar alleen nog op een ridiculiserende manier op kunt reageren.

Dat is eigenlijk alles. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat een zeker vooroordeel u heeft verhinderd mijn betoog onbevangen te volgen. Het klassieke en pre-moderne, realisme en orthodoxie zijn aan u niet besteed. Met die duidelijke afwijzing onderbouwt u weer een vooroordeel dat ik zorgvuldig cultiveer: dat de neocalvinistische cultuur, waarvan ook u zich een uitgesproken representant toont, momenteel alleen nog maar bestaat in het wat naspartelen in een zelf opgeroepen vloed van blind en armzalig fideïsme en biblicisme.

Het zij zo. Maar koestert u dan niet langer de illusie dat u mijn 'particuliere overwegingen' mag opvatten als een uitnodiging tot een persoonlijke reactie.

Met alle verschuldigde hoogachting,

B.J. Spruyt

Prachtige kost. Wat de inhoud betreft is die voor beide schrijvers volgens mij ondergeschikt aan het kleineren en onder water steken van de ander ('Het schuim droop in uw progressieve sikje toen u dit las(...)'). Ik hoop dat 'Meneer Van den Berg' weer reageert.

Koning David

Hoewel Spruyt inhoudelijk niet veel lijkt bij te dragen aan de politieke discussie sinds hij is gaan flirten met Wilders vind ik zijn theatraal tegendraadse stijl van schrijven prachtig.

Ik vind het bijna kinderachtig.. weliswaar hilarisch, maar het getuigt toch een beetje van het spreekwoordelijke "korte pikkie"

Koning David

Haha. Jij moet ook in de politiek.

Vriend Klei schreef: Hoewel Spruyt inhoudelijk niets meer weet bij te dragen aan de politieke discussie sinds hij is gaan flirten met Wilders vind ik zijn theatraal tegendraadse stijl van schrijven prachtig.

Klei weer... Persoonlijk vond ik de reactie nog beledigender dan het stuk van Van der Berg zelf. Spruyt trekt nogal grote conclusies over iemand die hij niet eens kent: een keiharde persoonlijke aanval. Van den Berg had vooral (al dan niet terechte) inhoudelijke kritiek, bekritiseerde een levenshouding. Ook was de reactie van Spruyt nogal dom. Als je jezelf tegenover het lezerspubliek van het ND zo wilt neerzetten, ben je niet goed bezig. Hij beweert wel respect te hebben voor zijn lezers, maar schrijft vervolgens een stuk overlopende van conservatieve grofheden, waaronder een niet beargumenteerde verwerping van het 'neocalvinisme', wat dat ook moge zijn. Beide kunnen nog wel een lesje welsprekendheid en drogredenen gebruiken. Nog is het nu niet duidelijk wat het boekje van Spruyt nou behelst. Misschien moet ik het zelf maar eens gaan lezen.

Vriend Klei schreef:
Hij keerde zich tegen het "activistische christendom" dat niet "overweg kan" met noties als het menselijke tekort. Voor conservatisme daarentegen is een pessimistisch mensbeeld kenmerkend.
Ik snap niet wat Heldring hiermee betoogt. Kijkt hij soms te veel naar het Rooms-katholicisme? Verder een mooi artikel, van Cliteur. Een voorbeeld, niet om zijn opvattingen, maar om zijn manier van schrijven. Als iemand een schokkend of onterecht beledigend stuk van hem weet te vinden, post het maar. Klei beoogt een wel of niet conservatisme discussie, ik betoog een discussie over verantwoorde schrijfstijlen, vooroordelen, persoonlijke belediging, andere drogredenen, rhetorica, populisme en dies meer zij.
Koning David

Natuurlijk bereikt Spruyt met zijn brief niet de gemiddelde ND-lezer. Spruyt scoort bij deze leiden alleen bijval als hij zich orthodox over het geloof uitlaat en antirevolutionair over de politiek, maar dit wil hij juist niet al te expliciet doen omdat hij dan niet meer serieus genomen wordt door de mensen die nu aan zijn lippen hangen.

Ursa_Maior schreef: [..] Klei weer... Persoonlijk vond ik de reactie nog beledigender dan het stuk van Van der Berg zelf. Spruyt trekt nogal grote conclusies over iemand die hij niet eens kent: een keiharde persoonlijke aanval. Van den Berg had vooral (al dan niet terechte) inhoudelijke kritiek, bekritiseerde een levenshouding. Ook was de reactie van Spruyt nogal dom. Als je jezelf tegenover het lezerspubliek van het ND zo wilt neerzetten, ben je niet goed bezig. Hij beweert wel respect te hebben voor zijn lezers, maar schrijft vervolgens een stuk overlopende van conservatieve grofheden, waaronder een niet beargumenteerde verwerping van het 'neocalvinisme', wat dat ook moge zijn. Beide kunnen nog wel een lesje welsprekendheid en drogredenen gebruiken. Nog is het nu niet duidelijk wat het boekje van Spruyt nou behelst. Misschien moet ik het zelf maar eens gaan lezen.

Vergis ik mij als ik stel dat alle vet-gedrukte stukken ook drogredenen zijn?