Amicae amicique, intimae intimique,
ik wil graag een draadje opstarten met als onderwerp 'Gods hand in de geschiedenis', mede n.a.v. de lezing van Bram van Putten over het Godsbeeld in het Bijbelboek Koningen. Vooral in de discussie kwam het idee naar voren dat God nog steeds direct ingrijpt in de geschiedenis en werd er bijv. aangegeven dat Open Doors de val van de Muur (1989) als gebedsverhoring zag. Nu hebben wij als Gereformeerden door de tijden heen altijd beleden dat God de geschiedenis in Zijn hand heeft. Bij dit onderwerp rijzen (echter) meerdere vragen op, die me zeer interessant lijken. Allereerst om onze Bijbelkennis te verbeteren, en ook te werken aan onze interpretatie van deze 'Boeken'. Ten tweede ter academische verdieping in de leer op dit punt, duiding en kennis van verschillende stromingen. Ten derde voor de persoonlijke ontwikkeling. Voor mij, als student geschiedenis, is het altijd een belangrijke vraag geweest: 'in hoeverre heeft God (werkelijk) invloed op de geschiedenis' (1). De volgende vragen wil ik aan de orde stellen (2):
- In hoeverre heeft God een hand in de geschiedenis?
1.a. De Bijbel schrijft over God als een God die in de geschiedenis van Israël direct ingrijpt. Heeft Hij alleen belang bij dat volk en laat Hij de andere volken begaan?
1.b. In de Bijbel zien we dat God heel direct straft. Is dat ook nu nog het geval?
1.c. Schenkt God een relatieve vorm van vrijheid aan mensen om keuzes te maken, hetzij goed, hetzij slecht?
- Is Gods invloed in de geschiedenis te duiden?
2.a. Zijn er in zichzelf, dus objectief goede of slechte gebeurtenissen aan te wijzen?
[2.a.1. Is er één waarheid of wordt de waarheid bepaald door de toeschouwer?]
Noten:
(1) Daarbij wel de notie dat er niet zoiets bestaat als 'de geschiedenis'.
(2) De discussie is erg breed. Wat bijv. onderdeel zou kunnen worden is o.a. de visie op de eindtijd.
Om de discussie wat op gang te brengen wil ik een stukje exegese met jullie delen. Het komt uit Mattheüs 24. Zojuist heeft Jezus aangekondigd dat de Tempel vernietigd zal worden, wat ook gebeurde, in het jaar 70.
Hoewel Jezus hier Zijn discipelen toespreekt, lijkt het alsof Hij ons (ook) aanspreekt. Het gaat immers om de periode vanaf Jezus' hemelvaart tot de Jongste dag, de 'Voleinding der Tijden'. In de verzen na dit gedeelte bespreekt Jezus dan ook de komst van de eindtijd. Soms is het onduidelijk of Jezus het nu heeft over de verwoesting van Jeruzalem in 70 of de eindtijd. Duidelijk is dat vers vijftien (lees gerust na) de Judeese Christenen destijds gered heeft.
Terug naar het gekwote Bijbelgedeelte. Ik interpreteerde het altijd zo dat Jezus de periode beschreef vanaf Zijn optreden tot de eindtijd. 'Oorlogen en geruchten van oorlogen', hongersnoden en natuurrampen. En dit alles was relatief 'toevallig', om de tussentijd op te vullen en teken van een schepping die lijdt (zie ook Romeinen 8 ). De gebeurtenissen zelf zijn da relatief onbelangrijk en leuk om te bestuderen. Jezus zegt over die dingen: 'Laat dat je dan niet verontrusten, die dingen moeten namelijk gebeuren, al is daarmee het einde nog niet gekomen.' (vs. 6) Een raadselachtig gegeven. Duidt het op Gods plan? Dat (Gods plan) is iets waar ik zeer voorzichtig mee ben; wie ben ik om Gods plan te duiden? Maar, dat de dingen moeten gebeuren, duidt dat op een vastgesteld traject? Ligt de geschiedenis al vast vanaf het begin der tijden?
Interessant daarbij is dat Jezus meer wijst op valse messiassen en dwaalleraars. Die richten veel meer kwaad aan dan een oorlog of natuurramp. Ook biedt dit Bijbelgedeelte ons troost.
Dit gedeelte wijst echter wel op een aftakelende schepping en een aftakelende mensheid. Hoezeer is dat in tegenspraak met het blije geloof van de Verlichting!
Leuk onderwerp Harm. Ik was niet bij de lezing van Bram van Putten, maar toch even een korte reactie.
Als het gaat over Gods hand in de geschiedenis vindt ik het zelf heel bijzonder om op te merken dat wij juist als mensen invloed uitoefenen op de loop van de dingen. Als mens kun je een verschil maken, jouw handelen en jouw keuzes doen ertoe. De mensheid in z'n geheel, en iedereen persoonlijk schrijft geschiedenis.
God heeft heel vaak direct ingegrepen in de geschiedenis, maar ik maak daarin een verschil tussen de oude en de nieuwe bedeling. God heeft het joods volk apart gezet en en is met dit volk een eigen weg gegaan omdat uit de joden de verlosser moest voortkomen. De geschiedenis van Gods weg met de joden is er één van constant actief ingrijpen van de kant van God.
Ik geloof niet dat God na Jezus en de apostolische tijd nog direct straft zoals hij dat in het oude testament dikwijls gedaan heeft. Toen was er lik op stuk beleid, nu lijkt dat toch echt anders te zijn. Maar God heeft wel een plan met de wereld en niets zal zijn einddoel in de weg staan. En ik geloof ook dat Hij een plan en doel heeft met het leven van ieder mens - in die zin leidt Hij alles - maar daarbinnen maken mensen keuzes die de loop van de geschiedenis bepalen en keuzes die de loop van hun eigen leven bepalen. God wil graag dat wij 'wandelen in de goede werken die Hij tevoren bereidt heeft' (ik weet niet meer welke tekst dit is) maar door andere keuzes te maken gaan wij vaak een andere weg (dit begon al in het paradijs).
Kortom, volgens mij is het een wonderlijk samenspel tussen menselijke keuzevrijheid en Gods voorzienigheid. De grote lijnen staan vast, maar binnen het door God gegeven kader maken mensen hun eigen keuzes. Oftewel, niet alles gaat volgens Gods plan, wij hebben van Hem de macht gekregen tegen zijn wil in te gaan.
Goed onderwerp, Harm. Ik zal binnenkort (als ik wat meer tijd heb) even inhoudelijk reageren.
Efeziers 2 : 10
(idd Maurice, ga studeren jij!)
Ontopic: ik heb nu ook weinig tijd, lees het vandaag of morgen wel even door.
Als daar behoefte aan is wil ik nog wel een verslagje op internet plaatsen.
Waarom vind je die rol van de mens zo belangrijk? Wij hebben meestal de neiging er een potje van te maken.
Hoewel ik niet zo'n fan ben van het woord 'bedeling', ben ik het hier wel met je eens. Kanttekening is echter: in de geschiedenis van Israël grijpt God in volgens de visie van de schrijvers. In de kerkgeschiedenis evenzo.
Straffen misschien niet direct meer, al heeft het doen van zonde zeker gevolgen (vgl. David en Bathseba) in die zin dat negatieve daden negatieve gevolgen hebben. Het gaat mij meer om ingrepen. Grijpt God ook nu nog in in de geschiedenis? Je zegt dat Hij gelovigen persoonlijk leidt. Kun je dat onderscheiden van de 'grote' geschiedenis?
Hoe rijm je dit overigens met de volgende Bijbeltekst: Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt. (Filip. 2:12b,13 NBV) M.i. spreekt dit duidelijk van een God die compleet ingrijpt in het leven van de gelovige.
Of mee te werken aan Zijn plan, neem ik aan. Anders zie ik niet zoveel heil in die vrijheid.
Misschien dat ik later nog verder reageer. Het heeft weinig nut te gaan reageren vanuit gereformeerd gedachtegoed, omdat ik a. mijn mening aan het vormen ben en b. jij een visie geeft die niet per se weersproken hoeft te worden, want het is jouw visie.
Ik vind dat het wel eens tijd wordt de idee los te laten dat je altijd iemands mening moet respecteren. Op deze manier kan je nooit iemand vermanen of corrigeren. Dit is overigens een algemene opmerking en is geen inhoudelijke reactie op am. Schipper.
@Ursa: een inhoudelijke bijdrage komt binnenkort.
Volgens mij is de vraag hoe gelovigen omgingen met 'de hand van God in de geschiedenis' interessanter dan de vraag of je die hand al dan niet kan aanwijzen.
Met name bij vrijgemaakten heeft de hand van God een belangrijke rol gespeeld in het vormen van een eigen identiteit. De theologie van Schilder draait om de weg die God met zijn volk gaat, en dit volk wordt gezien als een zichtbare gemeenschap. De geschiedopvatting van Schilder staat daarmee haaks op die van Karl Barth, die zich fel had gekeerd tegen de identificatie van 'christendom' en cultuur, niet moest hebben van christelijke partijvorming en het gans andere van God benadrukte.
De vrijgemaakten waren anti-Barthiaans en hadden in navolging van Schilder veel aandacht voor de doorgaande lijn in de geschiedenis. Ze zagen de Vrijmaking als een werk des Heeren, die te vergelijken was met de Reformatie en de Afscheiding. De acte van vrijmaking of wederkeer van 1944 verwees naar de acte van afscheiding of wederkeer van 1834. De doorgaande lijn in de politiek was via Groen van Prinsterer, D.P.D. Fabius (want A. Kuyper was fout) en A. Zijlstra uitgekomen bij het GPV, dat nog politiek bedreef in de geest van Groen.
Interessant is dat Gods volk, de kleine kudde van ware gelovigen, vaak wordt voorgesteld als het nieuwe Israël. Evenals Israël in het O.T. wordt de kleine kudde bedreigd door de boze buitenwereld. Na de oorlog dachten de vrijgemaakten dat na de Vrijmaking de eindtijd aanstaande was. Allerlei tekenen, zoals de Doorbraak van de PvdA en de oprichting van de VN en het Europese Federalisme wezen hierop. Men kon zich daarentegen sterk identificeren met de blanke minderheid in Zuid-Afrika, die bedreigd zou worden door het communisme van het ANC.
In het verzet tegen de tijdgeest werd er vaak een beroep gedaan op Groen van Prinsterer, die tegen revolutie het evangelie stelde en isolement in beginselvastheid predikte. De kleine kudde zou alleen blijven voortbestaan als ze bleef vasthouden aan haar identiteit. Men was daarom erg gefixeerd op grondslagen (Schrift en Belijdenis) en tolereerde afwijkingen van de zuivere leer niet. Dan werd immers het verbond verbroken en haalde je Gods verbondswraak op de hals, wat zou leiden tot onheil in de kerk, maar ook tot onheil in de staat.
Ursa, een verslag van de lezing van Bram van Putten lijkt me wel wat, want ik kon er helaas ook niet bij zijn.
Daarnaast geloof ik dat God ook tegenwoordig wel ingrijpt in het gebeuren op aarde, een hand heeft in de geschiedenis zogezegd. Niet alleen in de grote lijnen, maar ook in de details. God heeft de hand in het leven van jou en mij. Een citaat als: 'Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen.' (Mat 10: 29-31) kan niets anders betekenen dan dat God alles in zijn hand heeft, weet wat er gebeurd, en dat er ook niets anders gebeurd dan dat hij wil.
Dit doet niet per se af aan de vrijheid die een mens heeft. De hoofdpersoon van een boek weet niet wat de schrijver met hem voorheeft, maar zal toch de keuzes die hij of zij maakt ervaren als eigen keuzes. Iedereen blijft dan ook verantwoordelijk voor zijn keuzes, als gebeuren ze dus niet zonder God dat wil.
Een andere vraag is het of dit ook aan te wijzen is, zeker op zeer korte tijdsschaal. Een gebeurtenis van tweeduizend, of zelfs vijfhonderd jaar laat zich veel beter in perspectief zetten dan een gebeurtenis van minder dan een half jaar geleden. Het rechtstreeks straffen of ingrijpen van God in de geschiedenis laat zich dan op zo'n korte termijn ook heel moeilijk duiden. Daar durf ik in ieder geval geen uitspraken over te doen.
"Een kleine samenvatting van de lezing van Bram van Putten, onze IFES-stafmedewerker, en enkele relevante schriftplaatsen.
Het thema van de lezing van Van Putten was Gods grootheid. Hij behandelde dit thema aan de hand van het Bijbelboek Koningen. De vraag was: hoe laat God Zich zien in Koningen? Van Putten onderscheidt drie lijnen:
Negatief
Positief
Boetedoening
God straft Zijn volk, wanneer het zondigt. Als de mens niet gehoorzaam is, grijpt God in, laat de consequenties merken. Dit zien we heel duidelijk in de geschiedenis van Israël, d.w.z. het noordelijke tienstammenrijk. Vanaf het begin gaat het hier fout: eredienst in Dan en Bethel, gouden kalveren, een ander priestergeslacht. God straft de koningshuizen (van Jerobeam, Omri) en ook het volk: de uiteindelijke straf is ballingschap.
In Juda vormt de regeerperiode van Manasse het keerpunt: God wil niet meer vergeven. Ook Juda gaat in ballingschap.
Het perspectief van de schrijver is die van een kroniekenschrijver in de tijd van de ballingschap: hij kijkt terug, hoe kon het zover komen met Israël? Wat is de rol van God hierin en de rol van het volk? Het is een moreel perspectief die de hand van God in de geschiedenis voorop stelt.
God doet de belofte aan Zijn volk gestand, die Hij aan David heeft gedaan: zijn huis zal voor eeuwig op de troon zitten. Daarom vergeeft God sommige koningen van Juda, 'om wille van David'. Alleen Manasse gaat Hem te ver. Er is een spanningsveld tussen belofte en zonde. De schrijver blijft vasthouden aan Gods beloften: aan het eind van 2 Koningen wordt de koning van Juda, Jojakim, weer vrijgelaten en krijgt eer aan het hof van de koning van Babel.
In het gebed van Salomo (1 Kon. 8 geloof ik) komen de termen 'ommekeer' en 'boetedoening' naar voren. Dat is wat de schrijver doet; boetedoening om de geschiedenis van zijn volk. Bekering van zonde tegenover God. Tegelijk beleidt het gebed dat God die gehoorzaamheid geeft. Dit is een onbegrijpelijk iets, in de zin dat wij mensen er niet bij kunnen.
Relevante Bijbelplaatsen:
Ergens in Samuel: Gods belofte aan David.
1 Kon. 8 (?): het gebed van Salomo.
1 Kon 11: de scheiding van de twee rijken: Juda en Israël.
1 Kon 14,9: Jerobeams huis zal ten einde komen.
2 Kon. 17: het volk van Israël deelt in de zonden van Jerobeam, Omri en Achab.
2 Kon 19: God moordt het leger van Sanherib uit.
2 Kon 21, 24: God wil Manasse en Juda niet vergeven. Ook Juda zal in ballingschap gaan.
2 Kon 2#: Jojakim mag uit de gevangenis."
Dat verhaal van die IFES-meneer heb ik niet gehoord. Maar als ik zo op wat Harm geschreven heeft afga dacht Van Putten toch vooral aan Gods hand in de bijbelse geschiedenis.
Volgens mij proberen mensen met religie hun bestaan betekenis te geven. Door te spreken over de hand van God in de geschiedenis heeft men het idee dat God nabij is en met mensen omgaat. Waar de vrijgemaakten van toen vooral Gods omgang met zijn verbondsvolk centraal stelden, zo stellen veel christenen volgens mij Gods bemoeienis met hun persoonlijke leven centraal.
het lastige is dat het allemaal niet verefiërbaar is.
Uh, het gaat over het prespectief van de schrijver van het boek Koningen.
Daarnaast; inderdaad, het is een kwestie van geloven.
Waar wil je met deze discussie naartoe dan? Beargumenteren dat je Gods hand in de geschiedenis kan/mag aanwijzen (zoals de val van de Berlijnse muur volgens sommigen dan)? Of dat je dat alleen in de bijbel kan/mag doen?
De vragen aan het begin kan ik makkelijk beantwoorden voor mezelf. Ja, ik geloof dat God kan werken in de geschiedenis (ik bid niet voor niks), maar nee, ik kan er niks concreets mee.
Dat wil zeggen, liever een God die wat er in de wereld gebeurt als de verantwoordelijkheid van mensen ziet, dan een God die Bush aan zijn zijde waant als hij beslist Irak binnen te vallen, of een God die Bram van Putten als bestraffer van West-Europa ziet omdat het nogal ontchristelijkt (of was dat juist de straf?) of die de gemiddelde predikant van Boerstronksteradeel als doelgerichte bewerker ziet van de tsunami, deportatie van joden en de Drie Formulieren van Enigheid zoals we die nu kennen.
Met andere woorden, ik zeg niet dat God niks met deze dingen te maken heeft, maar ik vind het zinloos om dit soort dingen als teken, straf of gave van God te zien.
Een gemeente waar men niet zuiver met elkaar omgaat valt uit elkaar. Da´s logisch. In een land waarin Gods geboden in onbruik zijn geraakt komen zaken als wraak, haat, misdaad en geweld inderdaad gauwer voor. Ook dat is best logisch. Of het Gods straf is, ik weet het niet. Ik zou nog eerder zeggen dat het principe (dat ellende vaak een gevolg is van zonde) een soort van straf van God. Maar mensen doen het zelf en zijn daar 100% verantwoordelijk voor.
Broeikaseffect een straf van God? Wie weet. Wat ik wel weet is dat God ons verstand geeft, een scheppingsopdracht, het liefdegebod en dergelijke. Daar moeten we ´t mee doen en op basis daarvan maak ik mijn keuzes. Theorieen over Gods hand in de geschiedenis werken bij mij alleen verwarrend en bevatten een te groot (bewezen) risico van misbruik.
Dat is in de gauwigheid mijn reactie. Ik wil daar aan toevoegen dat ik open sta voor voorbeelden uit de afgelopen millennia waarbij er wel eens sprake zou kunnen zijn van Gods hand in de geschiedenis - en dat het ook een meerwaarde heeft om die te zien. Laat je niet afschrikken door bovenstaand verhaal.
Misschien zou je hierbij kunnen denken aan het onstaan van de staat Israël in de vorige eeuw? Veel christenen zien dat als Gods leiding en een vervulling van de bijbelse beloften.
En de oorlogen die daar het gevolg van waren dan?
Ik denk dat ik het grotendeels met ro eens ben. Je zegt nogal wat als je iets bestempelt als straf of teken van God. Zowel als het om een groter gebeuren gaat (Auswitsch bijv.) of persoonlijk leed. Volgens mij loste Van Putten dit op door te stellen dat je niet de taak hebt van de ander zijn situatie te zeggen of dat wel of niet een straf/teken van God is, maar dat je wel bij jezelf kunt nagaan of God jou er iets mee wil zeggen als je iets overkomt (bijv. persoonlijk leed). Daar ben ik het op zich mee eens, hoewel ik meen dat je als kind van God heel je leven jezelf moet blijven afvragen of je God eert met wat je doet/niet doet, niet alleen als het minder gaat (wat de suggestie zou kunnen wekken dat zelfreflectie en een evaluatie van je relatie met God niet nodig zijn wanneer alles ‘goed’ gaat).
Ik denk dat ik eerder bereid ben om Gods hand te zien in een positieve gebeurtenis (zegen) dan in een negatieve gebeurtenis (straf). Maar vaak redeneer ik alles netjes weg zodat alles logisch en eenvoudig verklaarbaar lijkt. Hiermee doe ik God wel tekort denk ik. Het probleem is dat je, wanneer je iets als straf of zegen bestempelt, je daarna ook moet gaan kijken waarom en waarop die straf of zegen gekomen is. Ben ik bevoegd te oordelen over fouten in een land of in iemands leven en zo de straf van God als ‘beloning’ daarop te zien? Dat maakt het allemaal best gecompliceerd.
Daarnaast moet ik toegeven dat ik vaker kijk naar Gods hand in mijn directe omgeving dan in de wereldgeschiedenis (de trend die Klei al bespeurde). Daarin zie ik Gods hand echt ingrijpen. Toch is daar geen bewijs voor te geven. Als je zou willen, zou je het allemaal weg kunnen redeneren. Als je dat altijd doet, komt dat je relatie met God niet ten goede denk ik, omdat je Hem simpelweg tekort doet. De vraag is niet of God nog steeds betrokken is bij onze wereld en bij ons persoonlijk, maar of je het wilt/kunt zien (Ef. 1 : 18, 19). Alles gebeurt naar Gods ‘wil en besluit’ (Ef. 1: 11). Hij troont ‘hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten…’ (vers 20, 21). Dat is zeer waardevol om te beseffen, elke dag weer. Het heeft minder nut en kan zelfs schadend zijn om bepaalde gebeurtenissen als directe straf van God op zonde aan te wijzen bij anderen.
Nu doe je net alsof de oorlogen die Israël heeft moeten voeren aantonen dat het geen direct ingrijpen van God kan zijn geweest. Maar God gaf in het oude testament de joden zelfs opdracht om oorlog te voeren zodat zij hun eigen stukje land konden hebben. Nu weet ik zelf niet goed wat ik ervan moet denken, maar ik vindt het wel een wonderlijk verhaal hoe de joden na het uitroepen van de staat Israël al die grotere arabische landen verslagen hebben. Overigens kan ik me verder wel vinden in je post.
@koning david
Ik denk wel dat je een verschil moet maken tussen het joodse volk en bijvoorbeeld de Europeanen in Zuid-Afrika. Trouwens, ook 'de gereformeerden' zien van ouds heel duidelijk Gods hand in het ontstaan van de staat Israël en daarom staan CU en SGP ook altijd pal achter Israël.
Ze stonden ook achter de apartheid in Zuid-Afrika. Volgens mij is er een grote overeenkomst in de pro-apartheidshouding van toen en de pro-Israëlhouding van nu. Beide keren gaat het om een volk van God dat door de boze buitenwereld (ANC-'communisten' of PLO/Hamas-'terroristen' wordt bedreigd). En in beide gevallen steunde 'links' de tegenpartij.
Geenszins. Wat ik wil aangeven, is dat het lastig en gevaarlijk kan zijn om Gods directe ingrijpen zo aan te wijzen. De stichting van de staat Israel zou je als iets positiefs kunnen zien (een geschenk/zegen van God), maar daar is een heleboel ellende uit voortgekomen (die nu nog steeds bezig is). Hoe verklaren we dat dan in combinatie met Gods directe ingrijpen? Ik zou niet durven zeggen dat God de Israelieten van nu (die niet zoveel meer overeen hebben met Gods oorspronkelijke volk) sterk heeft bijgestaan, omdat Israel in de eerste paar oorlogen 'goed presteerde'. Je verbindt al snel heel veel conclusies aan je uitspraak wanneer je stelt dat iets door direct ingrijpen van God plaats heeft gevonden.
Dit ben ik wel met je eens denk ik. Ik noemde ook alleen een mogelijk voorbeeld van directe leiding van God in deze tijd omdat ro vroeg om voorbeelden. Israël was het eerste dat in me opkwam.
@ koning david
Ik vindt dat je Israël en Zuid-Afrika niet op deze manier met elkaar kunt vergelijken, dat is te kort door de bocht. En waarom kan steun aan het apartheidsregime in Zuid-Afrika met de kennis van nu niet worden afgekeurd, terwijl dit niet geldt voor de steun aan Israël.